In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) van € 4.614 die aan belanghebbende was opgelegd. De naheffingsaanslag was gebaseerd op de CO₂-uitstoot van de auto, een Mercedes-Benz GLE-klasse, die geproduceerd is op 22 maart 2019. Belanghebbende stelde dat de historische nieuwprijs van de auto onjuist was vastgesteld en dat de CO₂-uitstoot niet correct was berekend volgens de NEDC- en WLTP-methoden. De rechtbank had eerder het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, maar in hoger beroep heeft het Hof geoordeeld dat de naheffingsaanslag niet te hoog was vastgesteld. Belanghebbende had niet aangetoond dat het onderscheid tussen de EU-typegoedkeuringen uitsluitend te maken had met de meetmethode. Het Hof heeft ook geoordeeld dat de redelijke termijn voor de procedure was overschreden, maar dat belanghebbende geen recht had op schadevergoeding omdat hij afstand had gedaan van zijn recht op schadevergoeding. Het Hof heeft de naheffingsaanslag verminderd tot € 4.590 en de Inspecteur veroordeeld tot betaling van de proceskosten van belanghebbende.