ECLI:NL:GHDHA:2025:128
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- H.A.J. Kroon
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- A.P. Bliek-Monsma
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WOZ-waarde van een woning en toezendplicht van de Heffingsambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam over de WOZ-waarde van een woning. De Heffingsambtenaar had de waarde van de woning vastgesteld op € 465.000 per 1 januari 2021. De belanghebbende, eigenaar van de woning, heeft bezwaar gemaakt tegen deze waarde en stelt dat de Heffingsambtenaar zijn toezendplicht heeft geschonden door niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken te overleggen. De Rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende in hoger beroep is gegaan.
De belanghebbende betwist de hoogte van de WOZ-waarde en heeft een taxatierapport overgelegd waarin de waarde van de woning op € 428.000 wordt geschat. De Heffingsambtenaar heeft echter een taxatierapport overgelegd dat de waarde van de woning onderbouwt met vergelijkingsobjecten. Het Hof oordeelt dat de Heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld en dat de toezendplicht niet is geschonden. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de gebruikte vergelijkingsobjecten bruikbaar zijn voor de waardering van de woning.
Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De belanghebbende krijgt het griffierecht niet terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 14 januari 2025.