ECLI:NL:GHDHA:2025:1055
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- C. Maas
- L.D.M.A. Reijs
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WOZ-waarde van een woning en toezendplicht van de heffingsambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag, waarin de waarde van een woning is vastgesteld door de Heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag. De Heffingsambtenaar had de waarde van de woning op 1 januari 2021 vastgesteld op € 504.000, wat leidde tot een aanslag in de onroerende-zaakbelastingen voor het jaar 2022. Belanghebbende, eigenaar van de woning, heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar de Heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond. De Rechtbank heeft het beroep van belanghebbende tegen deze uitspraak ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep ging. De mondelinge behandeling vond plaats op 13 februari 2025. Belanghebbende betwistte de hoogte van de vastgestelde waarde en stelde dat de Heffingsambtenaar zijn toezendplicht had geschonden door bepaalde gegevens niet te verstrekken. Het Hof oordeelde dat de Heffingsambtenaar voldoende aannemelijk had gemaakt dat de waarde van de woning niet te hoog was vastgesteld en dat er geen schending van de toezendplicht was. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.