In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag, waarin een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) is opgelegd. De belanghebbende had een Maserati Levante Diesel aangeschaft, die door de Inspecteur als nieuw werd aangemerkt op basis van de kilometerstand van 556 km. De Rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard en de naheffingsaanslag bevestigd. Belanghebbende stelde dat de auto als gebruikt moest worden aangemerkt, maar het Hof oordeelde dat de auto, gezien de kilometerstand, als nieuw moest worden beschouwd. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank en oordeelde dat de Inspecteur de naheffingsaanslag terecht had opgelegd. De belanghebbende had geen voldoende bewijs geleverd dat de auto als gebruikt moest worden aangemerkt. Het Hof zag geen aanleiding om prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie te stellen, en verklaarde het hoger beroep ongegrond.