Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/10/638489/KG XA 22-393
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
zaak 200.315.145/01blijkt uit de volgende stukken:
- de dagvaarding van 12 augustus 2022 waarmee Dmarcian in hoger beroep is gekomen van het tussen Advisor en Dmarcian gewezen vonnis van de kortgedingrechter in de rechtbank Rotterdam van 18 juli 2022;
- de incidentele memorie tot voeging van Advisor;
- de incidentele memorie tot voeging van Dmarcian;
- de memorie van grieven van Dmarcian, met producties;
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep van Advisor, met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep van Dmarcian.
zaak 200.315.070/01blijkt uit de volgende stukken:
- de dagvaarding van 12 augustus 2022 waarmee Advisor in hoger beroep is gekomen van het tussen Advisor en [verweerster] gewezen vonnis van de kortgedingrechter in de rechtbank Rotterdam van 18 juli 2022;
- de incidente conclusie tot voeging, met producties;
- de incidentele conclusie van antwoord;
- de memorie van grieven van Advisor, met producties;
- de memorie van antwoord van [verweerster] .
3.Feitelijke achtergrond
grieven 6 tot en met 9 in principaal hoger beroepenkele door de kortgedingrechter vastgestelde feiten betwist en aanvullende feiten gesteld. Op die aanvullende feiten en stellingen zal, voor zover van belang, bij beoordeling worden ingegaan. Voor het overige gaat het hof, met inachtneming van de bezwaren tegen de feitenvaststelling in het bestreden vonnis, uit van de volgende feiten.
This document describes the current situation that software owned by dmarcian Europe BV can’t be sold by dmarcian, Inc. nor Dmarcian Asia Pacific Pty Ltd to customers as there’s no license agreement in place to do so. Before this problem is solved new software including but not limited to DMARC delegation can’t go live on other instances than the EU instance. This document describes a solution for the above problem as well.”
I agree we’ll need a licensing agreement to be put into place. Without going into details over email, it makes sense to reflect the perpetual and exclusive license that Europe BV has enjoyed. (…) The proposed solution (…) isn’t something I can support (…)”.
rather unpleasant surprises” uit het document aan de orde gesteld. Hij heeft daarbij opgemerkt: “
The initial terms described around 22 January 2016 are either wrong or inaccurate”, waarna hij zijn visie heeft gegeven op wat in 2016 is overeengekomen. In de afsluiting van zijn e-mail staat dat de fouten in het document van [aandeelhouder 1] “
have raised serious red flags” en dat het document “
issues that cannot be ignored” heeft doen ontstaan.
United States District Court for the Western District of North Carolina Asheville Division(hierna: de USDC) een procedure aanhangig gemaakt tegen Advisor, onder meer vanwege een beweerdelijke inbreuk op IE-rechten van Dmarcian. In die zaak (met zaaknummer 1:21-cv-00067-MR) zijn meerdere beslissingen genomen, waaronder de volgende:
‘is held in civil contempt of the Court’s Preliminary Injunction [doc. 39]’ en:
4.Procedure bij de rechtbank
5.Beoordeling in hoger beroep
grieven 1 tot en met 5 in principaal hoger beroepvan Dmarcian keren zich tegen het oordeel in eerste aanleg in het bevoegdheidsincident dat de Nederlandse rechter bevoegd is van de vorderingen kennis te nemen. Ook los van deze grieven is het hof gehouden in beide zaken ambtshalve te onderzoeken of de Nederlandse rechter internationaal bevoegd is. Anders dan Advisor in de zaak tegen [verweerster] heeft betoogd, behoefde zij tegen het vonnis waarin de vorderingen van Advisor tegen haar waren afgewezen, geen incidenteel hoger beroep in te stellen tegen de afwijzing van haar vorderingen in het bevoegdheidsincident.
grieven 1 tot en met 5 in principaal hoger beroepfalen. De Nederlandse rechter komt rechtsmacht toe in beide zaken, met uitzondering van de gevraagde op auteursrecht gebaseerde verboden voor zover deze grensoverschrijdend zijn.
grieven I tot en met III in incidenteel hoger beroepstrekken ertoe dat genoemde vorderingen op deze contractuele basis toewijsbaar zijn. Dmarcian heeft deze grondslag betwist. Volgens haar is er geen eeuwigdurende onopzegbare licentie verleend en is de wél verleende licentie op 1 februari 2021 door opzegging rechtsgeldig geëindigd.
.Het voorgaande neemt niet weg dat het mogelijk is dat een voor onbepaalde tijd gesloten duurovereenkomst naar de bedoeling van partijen niet-opzegbaar is. De wederpartij van degene die zich op de niet-opzegbaarheid beroept, kan daartegen, onder omstandigheden een beroep doen op, kort gezegd, de art. 6:248 lid 2 BW en 6:258 BW (HR 2 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:141, met verdere verwijzingen)
.
up to datehoudt (rov. 6.13 en 7.2 van het bestreden vonnis). In dat verband heeft de kortgedingrechter Dmarcian tevens bevolen gegevens van de klanten van Advisor die zij na 21 januari 2022 heeft benaderd te verstrekken.
grieven 10 tot en met 12 in principaal hoger beroep. Volgens Dmarcian benaderde zij alleen klanten van wie de abonnementen afliepen, met gebruikmaking van de gegevens die deze klanten zelf op het platform hadden ingevoerd en is verder niet gebleken dat Advisor klanten heeft verloren die zij anders, bijvoorbeeld door verlenging, wel zou hebben gehad.
up to datehield. Anders dan Dmarcian aanvoert, heeft zij bij het benaderen van de klanten met wie Advisor overeenkomsten had gesloten, dus wel gebruik gemaakt van gegevens waarvan de opname in het systeem aan Advisor moet worden toegeschreven. Aannemelijk is dat Advisor door de (met de producties 21, 31 t/m 45 en 47 t/m 53 voldoende onderbouwde en overigens niet voldoende weersproken) handelwijze van Dmarcian, bestaande klanten is kwijtgeraakt.
.De in 2.4 genoemde e-mailcorrespondentie leidt niet tot een andere beoordeling. Het in 7.5 van het bestreden vonnis gegeven gebod zal ook worden beperkt tot de hier bedoelde categorie klanten.
grief IV incidenteel hoger beroepheeft de kortgedingrechter ten onrechte het sub 1v gevorderde verbod tot aanpassen/wijzigen van de diensten die op het Saas-platform van Dmarcian worden geleverd aan klanten in het Territoir afgewezen.
Painer). Volgens Dmarcian bestaan de bijdragen van de softwareontwikkelaars uitsluitend in auteursrechtelijk irrelevante, zuiver functionele
refactoring, waarbij geen ruimte voor auteursrechtelijk relevante creatieve keuzes bestaat. Advisor heeft dit weersproken, stellende dat 80% van de toevoegingen na 2017 Europese code is en slechts een klein deel
refactoringbetreft. Partijen hebben zich ter onderbouwing van hun onderscheiden standpunten elk beroepen op elkaar tegensprekende deskundigenberichten (van [deskundige 1], respectievelijk prof. [deskundige 2]).
level playing fieldte creëren de uitoefening van haar auteursrecht beperkt tot het Territoir.
Grief VI in incidenteel hoger beroepis gedeeltelijk gegrond.
grief 13 in principaal hoger beroepzich keert tegen de toewijzing van deze vordering door de voorzieningenrechter, slaagt de grief derhalve.
grief VII in incidenteel hoger beroep, ter zitting ingetrokken op grond van de mededeling van Dmarcian dat haar overeenkomst met Cisco intussen is opgezegd. Deze vordering en grief behoeven daarmee geen bespreking meer.
Grief VIII in incidenteel hoger beroepfaalt derhalve.
grief V in incidenteel hoger beroepkomt Advisor tevergeefs op tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat het gevorderde, met dwangsommen te versterken, verbod om ‘onware of diffamerende mededelingen over Dmarc Advisor, haar Software en haar diensten aan derden te doen’, te onbepaald is om te kunnen worden toegewezen. Advisor heeft in hoger beroep weliswaar enkele beweerde onware mededelingen genoemd, maar heeft geen nadere precisering gegeven van het door haar verlangde bevel. Ook het hof is van oordeel dat de gevorderde voorziening te onbepaald is. De grief faalt.
grief Imoeten de (onder 4.1 sub 5 weergegeven) vorderingen jegens [verweerster] wel worden toegewezen, omdat sprake is van een voldoende ernstig persoonlijk verwijt. Deze vorderingen komen erop neer dat haar wordt geboden ervoor zorg te dragen dat Dmarcian voldoet aan de in deze procedure jegens Dmarcian uitgesproken veroordelingen en zich te onthouden van het doen van onware of diffamerende mededelingen aan derden over Advisor, een en ander op straffe van een dwangsom.
former licenseewas en abonnementen moesten worden verlengd bij Dmarcian, met name ten grondslag gelegd aan het gevorderde verbod om diffamerende of onjuiste mededelingen aan derden te doen (vordering 5 sub ii). Zoals ook in de zaak tegen Dmarcian is geoordeeld, is een dergelijk verbod te vaag en ruim geformuleerd om in dit kort geding te kunnen worden toegewezen (zie hiervoor, 5.34).
Grief IX in incidenteel hoger beroepfaalt.