Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 26 november 2013
G-STAR INTERNATIONAL B.V.,
Het verdere verloop van het geding
Beoordeling van het hoger beroep
www.hm.com, via welke website artikelen uit het H&M-assortiment ten verkoop aangeboden worden. H&M B.V. exploiteert een groot aantal kledingwinkels in Nederland, waaronder een winkel in Dordrecht.
Eisvermeerdering G-Star
Grieven H&M
www.hm.comen dat via die website artikelen uit het H&M assortiment ten verkoop worden aangeboden. Ook is in confesso dat op pagina’s van de website over privacy en gebruiksvoorwaarden alleen (de contactgegevens van) H&M AB wordt (worden) vermeld (productie 12 G-Star). Tegen die achtergrond heeft H&M naar het oordeel van het hof, ook in hoger beroep, onvoldoende gemotiveerd betwist dat zij degene is die de verkoop via haar website verricht. Ook in hoger beroep voert H&M niet aan wie deze verkopen dan wel verricht, terwijl dat wel op haar weg had gelegen. In het licht van het voorgaande is zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet in te zien dat, zoals de accountant van H&M stelt, H&M AB niet betrokken is bij enige directe verkoop via de winkels of via internet.
dreigendeonrechtmatige daad (‘of zich kan voordoen’; HvJ EG 1 oktober 2002, C-167/00, NJ 2005/221, VKI/Henkel). Naar het oordeel van het hof was ten tijde van de inleidende dagvaarding sprake van een dergelijke dreiging. De litigieuze spijkerbroeken werden immers reeds in vele H&M winkels in Nederland te koop aangeboden (zie overweging 2 (iii) en (iv)), terwijl het de bedoeling is dat alles wat in de H&M winkels wordt aangeboden ook via de H&M website wordt aangeboden en kan worden aangeschaft. Deze bedoeling is door H&M ten pleidooie in hoger beroep ontkend; volgens haar heeft de [betrokkene]tijdens het pleidooi bij het hof in kort geding dit niet zo aan het hof medegedeeld (eerdergenoemd arrest van het Hof Den Haag van 19 april 2011, rov. 10 en 24). De [betrokkene]heeft, aldus H&M, ‘
in juridische zin als een leek’ in dit verband slechts meegedeeld ‘
dat het aanbod in de winkels misschien hetzelfde zou moeten zijn als op het internet en vice versa, maar dat het voorkomt dat dat niet het geval is.’ (pleitnotities H&M, par. 20). Naar het oordeel van het hof komt dat echter op hetzelfde neer, dus: de bedoeling dat alles wat in de H&M winkels wordt aangeboden ook via de H&M website wordt aangeboden en kan worden aangeschaft, en vice versa. De schriftelijke verklaring van de [betrokkene](productie 12 H&M) doet aan de dreiging van verkoop niet af omdat deze alleen betrekking heeft op H&M B.V., terwijl het in dit verband gaat om H&M AB. Bovendien houdt de verklaring in dat de desbetreffende broeken niet zullen worden verkocht
vanwege de stoporder, hetgeen de mogelijkheid openlaat dat de broeken zonder verbod wel zouden/zullen worden verkocht.
www.hm.com(
www.hm.com/nl), welke website ook toegankelijk is in het arrondissement van de rechtbank Dordrecht. Dat betekent dat, in aanmerking nemende het reeds aangehaalde arrest Pinckney, de rechtbank Dordrecht op grond van artikel 5 sub 3 EEX-Verordening internationaal bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen tot schadevergoeding tegen H&M AB. De rechtbank mag daarbij, zo volgt uit het arrest Pinckney, slechts uitspraak doen over de schade die is veroorzaakt in Nederland.
verbodsvorderingtegen een in een andere lidstaat gevestigde verweerder indien die website ook toegankelijk is in het rechtsgebied van de aangezochte rechter. Een verbod dient (voor zover mogelijk) te worden beperkt tot het grondgebied van de lidstaat van die rechter.
binnendie lidstaat bevoegd is. Gelet op het reeds aangehaalde arrest Pinckney mag naar het oordeel van dit hof worden aangenomen dat in dit verband binnen die lidstaat bevoegd is iedere rechter in wiens rechtsgebied de beweerde schade kan intreden, hetgeen het geval kan zijn indien de mogelijkheid bestaat of dreigt te bestaan om een inbreukmakend product aan te schaffen via een website die toegankelijk is in zijn rechtsgebied.