ECLI:NL:GHDHA:2024:1806
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de waarde van een parterre-portiekwoning vastgesteld door de Heffingsambtenaar
Op 9 oktober 2024 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan in een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag. De zaak betreft de vaststelling van de waarde van een parterre-portiekwoning door de Heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag, die op 1 januari 2021 op € 480.000 werd vastgesteld voor het belastingjaar 2022. De belanghebbende, eigenaar van de woning, heeft bezwaar gemaakt tegen deze waarde, maar de Heffingsambtenaar heeft het bezwaar ongegrond verklaard. De Rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende tegen deze beslissing eveneens ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de belanghebbende betoogd dat de Heffingsambtenaar zijn toezendplicht heeft geschonden en dat de waarde van de woning te hoog is vastgesteld. Het Hof heeft geoordeeld dat de Heffingsambtenaar aan zijn bewijslast heeft voldaan en dat de Rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de waarde niet te hoog is vastgesteld. Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd en het hoger beroep ongegrond verklaard.