Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 16 november 2023
[X] , te [Z] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de Inspecteur,
Procesverloop
Feiten
€ 23.063.
Oordeel van de Rechtbank
Hof]:2013:3022.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 16 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de NiNbi-beschikking van de Inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende, die in 2018 in België woonde en pensioen ontving van een in Nederland gevestigde pensioen-BV, betwistte de vaststelling van zijn niet in Nederland belastbare inkomen. De Inspecteur had een beschikking gegeven op basis van artikel 8a van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir), waarbij het niet in Nederland belastbare inkomen werd vastgesteld op € 23.707. De Rechtbank had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende in hoger beroep ging.
Het Hof oordeelde dat de eerdere uitspraken van de Rechtbank en de Inspecteur juist waren. De belanghebbende had eerder al procedures gevoerd over de NiNbi-beschikking voor voorgaande jaren, waarbij de Hoge Raad had geoordeeld dat Nederland bevoegd is om belasting te heffen over de uitkering uit de pensioen-BV. De belanghebbende voerde aan dat zijn privacy was geschonden door de verstrekking van zijn inkomensgegevens aan het CAK, maar het Hof oordeelde dat deze verstrekking op een wettelijke grondslag berustte.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De verzoeken van de belanghebbende om vergoeding van immateriële schade en proceskosten werden afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.