Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 24 november 2023
Gemeente [X] te [Z] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de Inspecteur,
Procesverloop
- [concessiehouder 1] – met betrekking tot billboards en europanels;
- [concessiehouder 2] – met betrekking tot lichtbakken aan licht- en spanmasten;
- [concessiehouder 3] – met betrekking tot twee- en drievlaksborden aan licht- en spanmasten;
- [concessiehouder 4] – met betrekking tot 2 m²-informatiepanels (mupi’s).
- [concessiehouder 5] – met betrekking tot de reclamemast aan de [snelweg 1] bij [locatie 1] .
- [concessiehouder 5] – met betrekking tot de reclamemast aan de [snelweg 2] bij de [locatie 2] .
“5.1. Feiten met betrekking tot de reclameconcessies
- [concessiehouder 1] : € 316.374;
- [concessiehouder 2] : € 1.700.529;
- [concessiehouder 3] : € 772.036;
- [concessiehouder 4] : € 2.241.566;
- [concessiehouder 5] : € 159.833.
- [vervoersmaatschappij] (doorbetaling voor reclame aan de spanmasten): € 63.236;
- Afdeling vastgoed (arbeid inclusief overhead): € 15.091. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
- het opheffen van planologisch ongewenste situaties;
- het creëren van toetredingsmogelijkheden voor nieuwe en ook kleinere marktpartijen;
- het realiseren van een marktconforme huuropbrengst.
“5.3. Feiten met betrekking tot de brandstofverkooppunten
- € 35.508 aan externe kosten, waaronder notariskosten, adviseringskosten, taxatiekosten, kosten veilingmeester en advertentiekosten;
- € 10.830 aan rentekosten.
- € 3.198.832: verkoop van bedrijfs- en restafval en containerservice (conform aangifte);
- € 4.999.740: resultaat van de reclameactiviteiten;
- € 4.720.873: resultaat van de activiteit met betrekking tot de brandstofverkooppunten.
Oordeel van de Rechtbank
De reclameactiviteit
- in de overeenkomsten worden andere vormen van reclame in de buitenruimte uitgesloten;
- de activiteit is herkenbaar, omdat in alle gevallen aan derden door middel van overeenkomsten gelegenheid wordt gegeven tot het doen van reclame-uitingen;
- de aard van de prestatie is steeds vergelijkbaar;
- op alle overeenkomsten is het reclamebeleid van eiseres van toepassing;
- hoewel de overeenkomsten met betrekking tot de reclamemasten zien op de verhuur van een perceel, is de vergoeding die hiervoor wordt betaald, onmiskenbaar een vergoeding voor de gelegenheid die de exploitant krijgt om op het perceel een reclamemast te plaatsen. Dit blijkt uit het feit dat de contractant een exploitant van buitenreclame is alsmede uit de hoogte van de vergoeding. Daarnaast blijkt uit de overeenkomst dat het perceel uitsluitend is bestemd voor een reclamemast.
het bepalen en herijken van het beleid rondom reclame waaronder begrepen het voeren van intern overleg hieromtrent met collega’s van verschillende afdelingen en verschillende specialismen alsmede het schrijven van notities, nota’s en memo’s. Onder andere de volgende vragen komen hierbij aan de orde: ‘Is het verstandig reclamezones uit te bereiden of in te perken?’, ‘Aan welke eisen moet het reclamebord voldoen?’, ‘Kan een omgevingsvergunning worden verleend?’ (bijlage 3), ‘Hoe kunnen we de opbrengsten uit reclame verhogen?’, ‘Wat willen we met digitale reclame?’, ‘Hoe kunnen we invulling geven aan het aspect duurzaamheid?’;
het afhandelen van WOB-verzoeken (bijlage 6);
administratieve werkzaamheden (bijlage 3);
het voeren van contractonderhandelingen en gerechtelijke procedures;
het informeren van het college en de raad en behandeling door college en raad;
het voeren van overleg met de contractpartijen over onder andere reconstructies, geschikte locaties ten behoeve van rendabele exploitatie, verplaatsingen van objecten, tijdelijke verwijderingen van objecten, uitbereiding van locaties en de commerciële haalbaarheid daarvan, de aanpassing van objecten als gevolg van technische ontwikkelingen en verkeersveiligheid;
het voeren van evaluatiegesprekken met de contractpartijen. Er wordt minimaal elk halfjaar een evaluerend gesprek gevoerd met de exploitanten over de praktische punten (bijlage 25);
het in behandeling nemen/doorzetten van klachten/meldingen en vragen van contractpartijen, inwoners, raadsleden etc. (bijlage 3, 6);
het herstellen van schade en verontreiniging ingeval de contractpartij dit verzuimt;
het zo mogelijk verhelpen van een storing in de energietoevoer (bijlage 21, 24);
het (steekproefsgewijs) toezicht houden op de plaatsing van de lichtbakken (bijlage 3, 21) alsmede het beoordelen van de geschiktheid van lichtmasten voor bevestiging van een lichtbak (bijlage 3, 21);
het toezicht houden op illegaal geplaatste reclameobjecten;
het toezicht houden op naleving van de gesloten overeenkomsten (bijlage 3);
het zorgdragen voor een goede bereikbaarheid/zichtbaarheid van de reclameobjecten door bijvoorbeeld het tijdig uitvoeren van snoeiwerkzaamheden, het zorgdragen voor het onderhoud en het schoonhouden van de ondergrond door onder andere het verwijderen van zwerfvuil en onkruid;
het ervoor zorg dragen dat er binnen de overeengekomen afstand geen andere reclame exploitatie plaatsvindt dan contractueel overeengekomen;
het verrichten van inspanningen met als doel dat vergunningen en ontheffingen worden verleend die noodzakelijk zijn voor de plaatsing en instandhouding van de reclameobjecten;
het beoordelen van door de exploitant ontvangen rapportages en overzichten;
het versturen van de brieven met de indexaties;
het factureren van de overeengekomen vergoedingen en controleren of deze worden afgedragen.
cluster Stadsontwikkeling:
afdeling Vastgoed: accountmanager, assetmanager en bedrijfsbureau;
Ontwikkelingsbedrijf
afdeling Mobiliteit
afdeling Ruimte en Wonen
Team Stedenbouw
cluster Stadsbeheer;
afdeling Toezicht en Handhaving;
cluster Bestuurs- en Concernondersteuning:
afdeling Inkoop en aanbestedingszaken
Overig: commissieleden van de commissie Welstand en Monumenten(...)
de voorbereiding (Wat gaan we aanbesteden? Wie moeten betrokken worden? Hoe gaan we het aanpakken?);
het schrijven van de aanbestedingsdocumenten (onder andere Inschrijvingsleidraad, Bestek, Programma van Eisen). Daarbij wordt onder meer gelet op de soort reclame, de omgeving, de aantallen, de duurzaamheid, de social return en de mogelijkheden van de gemeente om mediazendtijd op die reclamevlakken te hebben. (bijlage 6) Ook vragen zoals: Welke reclame past voor de komende jaren past en op welke plaatsen? dienen in dit proces te worden beantwoord;
de publicatie van de stukken;
het beoordelen en beantwoorden van de gestelde vragen (Nota van Inlichtingen);
het beoordelen van de inschrijvingen;
de gunning;
de totstandkoming van een nieuwe overeenkomst;
intern overleg inzake bovenstaande alsmede het voorbereiden van eventuele stukken voor het college en/of raad.
cluster Stadsontwikkeling:
afdeling Vastgoed: accountmanager, assetmanager en bedrijfsbureau;
cluster Bestuurs- en concernondersteuning:
afdeling Inkoop- en aanbestedingszaken
I2014-2015, 34 003, nr. D, p. 9.”
Geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
- of de reclameactiviteiten gezamenlijk moeten worden beoordeeld;
- of belanghebbende een onderneming drijft met de reclameactiviteiten;
- of de veiling en de verhuur van locaties voor brandstofverkooppunten één activiteit of twee afzonderlijke activiteiten vormen;
- of belanghebbende een onderneming drijft met de activiteit met betrekking tot de brandstofverkooppunten;
- indien de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord: of het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel zijn geschonden;
- indien belanghebbende belastingplichtig is ten aanzien van de reclameactiviteiten en/of de activiteit met betrekking tot de brandstofverkooppunten: of de belastbare winst naar het juiste bedrag is vastgesteld.
Beoordeling van het hoger beroep
- De activiteiten worden erdoor gekenmerkt dat aan derden tegen betaling gelegenheid wordt gegeven tot het doen van reclame-uitingen in de buitenruimte.
- Alle overeenkomsten die aan de activiteiten ten grondslag liggen, zijn gesloten met exploitanten van buitenreclame. De activiteiten zijn derhalve gericht op eenzelfde specifieke kring van gebruikers.
- De aard van de prestaties is vergelijkbaar. Op grond van de concessies wordt aan de concessiehouders het recht verleend reclame-uitingen te doen op objecten die zijn geplaatst op (on)roerende zaken die in eigendom zijn bij de gemeente. Hoewel de overeenkomsten met betrekking tot de reclamemasten zien op de verhuur van percelen, zijn de vergoedingen die hiervoor worden betaald onmiskenbaar vergoedingen voor de gelegenheid die de exploitant krijgt om op de percelen een reclamemast te plaatsen. Dit blijkt uit het feit dat de contractant een exploitant van buitenreclame is alsmede uit de hoogte van de vergoeding in relatie tot de omvang van de percelen. Daarnaast blijkt uit de overeenkomsten dat de betreffende percelen uitsluitend zijn bestemd voor het hebben en daarop exploiteren van een reclamemast en dat de exploitant verplicht is de percelen dienovereenkomstig in te richten en te gebruiken. Bovendien wordt ten behoeve van de exploitant (om niet) een huurafhankelijk opstalrecht gevestigd.
- In beide gevallen benaderen reclamebedrijven de gemeente met het verzoek reclame te mogen maken op gemeentelijke eigendommen dan wel aan de reclamemasten.
- De kostenstructuur ten aanzien van de objecten is voor beide activiteiten vergelijkbaar. De kosten van aanschaf, (ver)plaatsing en onderhoud van de betreffende objecten komen voor rekening van de concessiehouders; de kosten van bouw en onderhoud van de reclamemasten komen voor rekening van de exploitanten.
- In de overeenkomsten worden andere vormen van reclame in de buitenruimte uitgesloten. In bepaalde gevallen wordt exclusiviteit overeengekomen voor de specifieke reclamevorm (bijvoorbeeld lichtmastreclame). In andere gevallen worden andere reclamevormen binnen een bepaalde straal uitgesloten.
- Het reclamebeleid van de gemeente is op alle overeenkomsten van toepassing.
- het beheer van de overeenkomsten;
- het onderhouden van contacten met de concessiehouders;
- het voeren van onderhandelingen en juridische procedures;
- het voeren van overleg en evaluatiegesprekken met de contractpartijen;
- het behandelen van klachten/meldingen en vragen van onder meer contractpartijen en inwoners;
- het herstellen van schade en verontreiniging ingeval de contractpartij dit verzuimt;
- het (steekproefsgewijs) toezicht houden op naleving van de gesloten overeenkomsten;
- het zorgdragen voor een goede bereikbaarheid/zichtbaarheid van de reclameobjecten;
- het beoordelen van door de exploitanten ontvangen rapportages en overzichten;
- het versturen van brieven met indexaties;
- het factureren van de overeengekomen vergoedingen en controleren of deze worden afgedragen, en
- het voorbereiden van de jaarrekening.
- Het onderwerp van de veiling is het huurrecht voor een specifieke locatie van een brandstofverkooppunt. De veiling van het huurrecht wordt gevolgd door de verhuur van die locatie aan de hoogste bieder.
- De veilingmethode wordt door belanghebbende gehanteerd als selectiemethode voor een nieuwe huurder. De winnaar van de veiling wordt in beginsel de wederpartij van belanghebbende. Zowel bestaande als nieuwe huurders kunnen slechts een huurrecht verkrijgen indien zij de veiling winnen.
- De werkzaamheden van belanghebbende ten aanzien van de veiling en de verhuur worden verricht door dezelfde werknemers (zie ook 5.17.2).
- Gelet op het voorgaande is ten aanzien van de veiling en de verhuur sprake van een samenhangend geheel van handelingen dat is gericht op een specifieke kring van gebruikers. De in dit verband verricht werkzaamheden kwalificeren derhalve als één activiteit.
- het vaststellen van de voorschotten van de litervergoedingen;
- het controleren van de afrekeningen;
- het boeken van de ontvangsten;
- het overleggen over ingewikkelde kwesties bij sommige onderhuurders; en
- het versturen van brieven met de indexaties.
- het voeren van overleg over contracten en taxaties;
- het vullen van het biedboek;
- het opstellen van de advertentietekst;
- het voeren van overleg met de notaris inzake de veiling en update van de overeenkomsten;
- het ontwikkelen van een veilingmethode (eenmalig); en
- het uitwerken van stukken ingeval van een nieuwe huurder.
Proceskosten en griffierecht
Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de aanslag tot een berekend naar een belastbaar bedrag van € 10.195.657;
- vermindert de in rekening gebrachte belastingrente dienovereenkomstig; en
- gelast de Inspecteur aan belanghebbende een bedrag van € 902 aan griffierecht te vergoeden.