Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 29 juni 2021
[X] B.V. te [Z] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de Inspecteur,
Procesverloop
Feiten
- een winkelpand gelegen aan de [adres 1] te [woonplaats 1] , geleverd op 10 mei 2007 met een koopprijs van € 840.000 (vrij op naam);
- een kantoorpand gelegen aan de [adres 2] , [adres 3] , [adres 4] en [adres 5] te [woonplaats 2] , geleverd op 28 februari 2007 met een koopprijs van € 1.500.000 (exclusief kosten). Het pand betreft vier afzonderlijke units met één kadastraal nummer;
- een kantoorpand gelegen aan de [adres 6] te [woonplaats 3] , geleverd op 24 april 2008 met een koopprijs van € 3.200.000 (exclusief kosten).
- het pand [adres 1] is op 4 februari 2018 na veiling door de bank verkocht voor een bedrag van € 391.500;
- het pand [adres 2] , [adres 3] , [adres 4] en [adres 5] is op 1 februari 2018 na veiling door de bank verkocht voor een bedrag van € 576.000;
- het pand [adres 6] is verkocht op 31 juli 2017 voor een bedrag van € 1.390.000.
[adres 4] en [adres 5] te [woonplaats 1]
Oordeel van de Rechtbank
Hof]) voldoet aan de voorwaarden voor afwaardering naar lagere bedrijfswaarde. Met uitzondering van [adres 4] en [adres 5] waren alle onroerende zaken immers tot ver in het jaar 2016 verhuurd. Uit hetgeen eiseres heeft aangevoerd, kan niet worden geconcludeerd dat bij het opmaken van de balansen 2013 en 2014 moest worden verwacht dat de onroerende zaken niet meer de bijdrage aan de omzet van de onderneming van eiseres zouden kunnen leveren, waarvoor zij waren bestemd. De stelling dat de marktontwikkeling tussen 2008 en 2013 slecht was, maakt dit niet anders. Naar het oordeel van de rechtbank is eiseres dan ook niet in haar bewijslast geslaagd.
Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
€ -/- 37.997. Meer subsidiair concludeert belanghebbende tot vaststelling van de belastbare winst voor 2014 op € 204.264 in verband met een afschrijving op het pand [adres 6] .
Beoordeling van het hoger beroep
- De marktwaarde is gelijk aan de verkoopwaarde. De verkoopwaarde wordt benaderd door uit te gaan van de WOZ-waarden van de onroerende zaken op de waardepeildata 1 januari 2014 (voor 2013) en 1 januari 2015 (voor 2014).
- Om te komen tot de verkoopwaarden moeten de WOZ-waarden worden gecorrigeerd met het verschil tussen de werkelijke huurprijs en de markthuur, berekend over de resterende looptijd van het huurcontract.
- Eenvoudshalve is de werkelijke huurprijs gesteld op de huur per 1 januari 2016. Als markthuur wordt genomen de markthuur die is gehanteerd bij de berekening van de WOZ-waarde.
- De verkoopkosten bedragen 6% van de aldus bepaalde marktwaarde.
Proceskosten en griffierecht
Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank voor zover deze betrekking heeft op de aanslag 2014, de beschikking belastingrente 2014 en de proceskosten;
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank voor het overige;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar inzake de aanslag 2014 en de beschikking belastingrente 2014;
- vermindert de aanslag 2014 tot een aanslag berekend naar een belastbaar bedrag van € 204.264;
- vermindert de beschikking belastingrente 2014 dienovereenkomstig;
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 2.666; en
- gelast de Inspecteur aan belanghebbende een bedrag van € 877 aan griffierecht te vergoeden.