ECLI:NL:GHDHA:2020:1571
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- R.A. Bosman
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- I. Obbink-Reijngoud
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing over inkomsten uit dienstbetrekking aan boord van een schip in internationaal verkeer
In deze zaak gaat het om de belastingheffing over de inkomsten van een belanghebbende die in 2015 in Nederland woonde en in dienst was bij een Zwitserse vennootschap. De belanghebbende werkte aan boord van een schip dat werd gebruikt voor het leggen van offshore pijpleidingen. De centrale vraag is of de beloning die de belanghebbende ontving, belast kan worden in Nederland of dat dit onder het belastingverdrag tussen Nederland en Zwitserland valt, dat belastingheffing in Zwitserland zou toestaan. Het Gerechtshof Den Haag oordeelt dat de werkzaamheden van de belanghebbende niet kwalificeren als 'internationaal verkeer' in de zin van het belastingverdrag, omdat het schip voornamelijk werd ingezet voor het leggen van pijpleidingen en niet voor het commercieel vervoer van goederen of personen. Hierdoor heeft Nederland het exclusieve heffingsrecht over de inkomsten van de belanghebbende. Daarnaast oordeelt het Hof dat de belanghebbende recht heeft op een vrijstelling van 1,2% op het belastbare loon, omdat er geen inhoudingsplichtige voor de loonbelasting was. De uitspraak van de Rechtbank wordt vernietigd en de aanslag wordt verminderd.