3.5In het Ouderlingenboek ‘
Zorg als een herder voor Gods kudde’uit 2019 staat onder meer:
‘Hoofdstuk één
Hoe ouderlingen als lichaam samenwerken
(…)
‘VERANTWOORDELIJKHEDEN’
2. De verantwoordelijkheden van het lichaam van ouderlingen zijn onder andere: (…)
(10) Aanwijzen van twee ouderlingen om een beschuldiging van ernstig kwaaddoen te onderzoeken. Bepalen of er een rechterlijk comité nodig is om een geval van ernstig kwaaddoen te behandelen. Bepalen wie er in het comité zullen dienen en wie voorzitter
zal zijn. (…)
Hoofdstuk twaalf
Bepalen of er een rechterlijk comité moet worden gevormd.
1.(…) De ouderlingen moeten eerst beoordelen of het kwaaddoen, als het bewezen kan worden, ernstig genoeg is voor een rechterlijk comité. (…)
OVERTREDINGEN DIE DOOR OUDERLINGEN MOETEN WORDEN BEHANDELD
2. Hieronder volgt een opsomming van overtredingen die mogelijk door een rechterlijk comité behandeld moeten worden. (...) De ouderlingen moeten de ernst van het vermeende kwaaddoen met onderscheidingsvermogen en in redelijkheid evalueren. Ze moeten kijken naar de omvang en aard van het wangedrag, het motief erachter, hoe vaak het is begaan, of het gewoonte is, enzovoorts (...).
13.Mishandeling en misbruik van kinderen
(...) Kindermishandeling omvat het seksueel misbruik of lichamelijk mishandelen van een minderjarige. (...) Seksueel kindermisbruik is een perversiteit en omvat over het algemeen geslachtsgemeenschap met een minderjarige; orale of anale seks met een minderjarige; het strelen van de geslachtsorganen, borsten of billen van een minderjarige (...).
14. Grove onreinheid, hebzuchtig beoefende onreinheid(…)
15. Hier volgen enkele gevallen (geen complete lijst) waarin sprake kan zijn van grove onreinheid:
(1)Vluchtig aanraken van intieme lichaamsdelen of strelen van borsten: Als het slechts
enkele op zichzelf staande gevallen betreft, dan zal zo’n lichte vorm van onreinheid kunnen worden afgedaan met raad van twee ouderlingen (...). Maar als het vele keren is gebeurd en is toegenomen in ernst en frequentie, kan het op grove, hebzuchtige onreinheid neerkomen die rechterlijk optreden vereist (...).
BEWIJZEN WAARDOOR KWAADDOEN KAN WORDEN VASTGESTELD
40. Ook al wordt iemand beschuldigd van kwaaddoen dat ernstig genoeg is voor rechterlijk optreden, er kan pas een rechterlijk comité worden gevormd als het kwaaddoen door voldoende bewijs is vastgesteld. Dat kan op de volgende manieren:
(1)Bekentenis: Een schriftelijke of mondelinge bekentenis mag als afdoende bewijs worden aanvaard zonder verder ondersteunend bewijsmateriaal (Joz. 7:19). Er moeten twee getuigen zijn van een bekentenis en de bekentenis moet duidelijk en ondubbelzinnig zijn (...).
(2)Ooggetuigen: Er moeten twee of drie ooggetuigen zijn, niet alleen maar mensen die
herhalen wat ze gehoord hebben; er kan niet worden opgetreden als er maar één getuige is (Deut. 19:15-17; Joh. 8:17; 1 Tim. 5-19, 24, 25). Als er twee of drie getuigen zijn van dezelfde soort kwaaddoen maar ieder bij een afzonderlijke gelegenheid, kunnen de ouderlingen hun getuigenis in overweging nemen. Hoewel zulk bewijsmateriaal gebruikt mag worden om schuld vast te stellen, heeft het de voorkeur als er twee getuigen zijn van hetzelfde voorval (...). Het is aan ouderlingen om het waarheidsgehalte van het getuigenis te bepalen. (...).
ERNSTIG KWAADDOEN VAN JAREN GELEDEN
(…)
58. Het lichaam van ouderlingen moet twee ouderlingen aanwijzen om de feiten te achterhalen zodat het lichaam kan bepalen of er een rechterlijk comité nodig is of niet (…)
Hoofdstuk veertien
Kindermishandeling en kindermisbruik
1.Ouderlingen moeten zich nauwlettend aan de richtlijnen in dit hoofdstuk houden als zij op de hoogte raken van een kwestie inzake kindermisbruik. Dit zal bijdragen aan de heiliging van Jehovah’s naam en de veiligheid van minderjarigen (Jes. 32:1, 2; 1 Petr. 2:12). (…)
3. Kindermishandeling omvat het seksueel misbruiken of lichamelijk mishandelen van een
minderjarige. (…)
4.Van Bijbels standpunt uit bezien is seksueel kindermisbruik een grove zonde (Deut 23:17, 18; Gal. 5:19-21; w97 1/2 29). (…)De stappen die de gemeente onderneemt om een beschuldiging van seksueel kindermisbruik te behandelen, zijn niet bedoeld als vervanging voor de behandeling van de kwestie door overheidsinstanties (Rom. 13:1-4).(…)
JURIDISCHE ASPECTEN
6.Kindermisbruik is een misdrijf. In sommige rechtsgebieden zijn personen die van een beschuldiging van kindermisbruik op de hoogte zijn geraakt wettelijk verplicht dit bij de overheidsinstanties te melden (Rom. 13:1-4) (…)
7. Als de ouderlingen op de hoogte raken van een beschuldiging van kindermisbruik moeten twee van hen onmiddellijk de Juridische Afdeling bellen voor juridisch advies. Zo wordt gewaarborgd dat de wetgeving voor het melden van kindermisbruik wordt nageleefd. Ze moeten ook bellen als beide betrokkenen minderjarig zijn. (…)
8. De Juridische Afdeling zal op basis van de feiten en de geldende wetgeving juridisch advies geven. Als degene die van kindermisbruik beschuldigd wordt verbonden is met jullie gemeente, dan moeten de twee ouderlingen de Juridische Afdeling zijn volledige naam, geboortedatum en, indien van toepassing, zijn doopdatum geven. (…)
GEMEENTELIJKE ASPECTEN
11. Vanuit gemeentelijk oogpunt omvat seksueel kindermisbruik niet een situatie waarbij een bijna volwassen minderjarige gewillig deelneemt aan seksuele handelingen met een volwassene die een paar jaar ouder is. Ook hebben we het over het algemeen niet over situaties waar alleen minderjarigen bij betrokken zijn. (Zie 14:29-30.) We hebben het over een volwassene die schuldig is aan seksueel misbruik van een jong kind, of een volwassene die schuldig is aan seksuele handelingen met een bijna volwassen minderjarige die daar niet gewillig aan deelnam. (…)
BESCHULDIGINGEN ONDERZOEKEN
18. De ouderlingen kunnen van een beschuldiging van seksueel kindermisbruik op de hoogte raken via het slachtoffer zelf, de ouders of een vertrouwenspersoon van het slachtoffer. Als de beschuldigde een lid van de gemeente is, zal het lichaam van ouderlingen, nadat het bijkantoor hulp heeft geboden, twee ouderlingen aanwijzen om onderzoek te doen. Deze ouderlingen moeten nauwlettend Bijbelse procedures en de op de Bijbel gebaseerde richtlijnen in dit hoofdstuk en hoofdstuk 12 volgen. (…)
RECHTERLIJK COMITÉ
19. Als het lichaam van ouderlingen tot de conclusie komt dat er voldoende Bijbels bewijs is om op grond van seksueel kindermisbruik een rechterlijk comité te vormen, dan moet de coördinator eerst contact opnemen met de kringopziener. (…)
RESTRICTIES
22. De ouderlingen moeten zich nauwlettend aan alle instructies houden die de Dienstafdeling geeft. (…)
23. In zulke gevallen zal de Dienstafdeling de ouderlingen onder andere instructies geven over de restricties die worden opgelegd ten aanzien van iemands activiteiten binnen de
gemeente, zijn deelname aan de velddienst en zijn omgang met minderjarigen. De ouderlingen zullen de instructie krijgen de persoon te waarschuwen dat hij nooit met een minderjarige alleen moet zijn, geen vriendschappen met minderjarigen moet aangaan,
geen affectie voor minderjarigen moet tonen, enzovoorts. De Dienstafdeling zal de ouderlingen de instructie geven om in hun gemeente gezinshoofden met minderjarige kinderen te laten weten dat het nodig is de omgang van hun kinderen met de persoon in de gaten te houden. De ouderlingen zullen dit alleen doen als de Dienstafdeling daartoe
opdracht geeft. (…)
SEKSUEEL WANGEDRAG WAARBIJ ALLEEN MINDERJARIGEN BETROKKEN ZIJN
29. Wat moeten ouderlingen doen als minderjarigen zich onderling schuldig maken aan seksueel wangedrag? Zoals eerder vermeld, moeten twee ouderlingen onmiddellijk de Juridische Afdeling bellen, ook als beide personen minderjarig zijn. Seksueel wangedrag
tussen minderjarigen wordt door de gemeente doorgaans niet als kindermisbruik bezien. Maar wat de leeftijd ook is, zulk wangedrag is iets ernstigs en zou rechterlijk optreden kunnen vereisen. Het lichaam van ouderlingen moet met de ouders samenwerken
om ervoor te zorgen dat de minderjarigen geestelijke hulp ontvangen.’
Volgens CGJG is er inmiddels een nieuwe versie van het Ouderlingenboek uitgebracht. CGJG heeft deze versie niet overgelegd en heeft ook niet gesteld dat de hiervoor vermelde bepalingen uit de versie 2019 van het Ouderlingenboek in de nieuwe versie zijn gewijzigd of daarin niet meer voorkomen.