Uitspraak
gevestigd te Leer, Duitsland,
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Oldenburg, Duitsland,
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van de ontvankelijkheid
4.Beoordeling van het middel
5.Beslissing
7 oktober 2022.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van Depra c.s. tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin het hof OLB van de instantie heeft ontslagen. Depra c.s. hadden vorderingen ingesteld tegen OLB, maar de rechtbank verklaarde zich onbevoegd. Na hoger beroep heeft OLB een anticipatie-exploot uitgebracht en de zaak vervroegd. Op de roldatum heeft zich voor Depra c.s. geen advocaat gesteld, waarna het hof OLB van de instantie heeft ontslagen. Depra c.s. hebben cassatie ingesteld, waarbij zij aanvoeren dat het hof ten onrechte toepassing heeft gegeven aan artikel 123 Rv en hen niet voldoende gelegenheid heeft geboden om een advocaat te stellen. De Hoge Raad oordeelt dat het hof inderdaad een fundamenteel rechtsbeginsel heeft veronachtzaamd door Depra c.s. niet adequaat in kennis te stellen van de mogelijkheid om een advocaat te stellen. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.