Uitspraak
Van Beek,
Van den Brink,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.De feiten
Conclusie:
4.Het oordeel van het hof
nietslaagt in het bewijs als vermeld onder 4.6, dan is de conclusie dat de gestelde gebreken voor zover die niet het leidingwerk betreffen, de vordering van Van Beek niet (mede) kunnen dragen. Tussen partijen staat immers niet ter discussie dat Van den Brink de machine op 4 augustus 2021 heeft afgevuld. Van Beek heeft bovendien verklaard dat er kort na de werkzaamheden van 4 augustus 2021 opnieuw storing ontstond. Een van de mogelijke oorzaken van een storing is, zo begrijpt het hof, dat een beveiligingsmechanisme in werking treedt (bijvoorbeeld vanwege een te laag oliepeil). Het moet er in dat geval dan ook voor gehouden worden dat op 4 augustus 2021 de machine afgevuld was en de relevante beveiligingsmechanismen functioneerden. Het enkele feit dat Van den Brink bij oplevering niet de nodige documentatie ter beschikking heeft gesteld en dat daarom achteraf niet goed vastgesteld kan worden of alle controles goed zijn uitgevoerd, kan de vordering niet dragen. Als Van Beek de machine vanaf 9 juli 2021 ‘eigenmachtig’ in gebruik heeft genomen, kan zij immers niet met succes aan Van den Brink kan tegenwerpen dat deze op 4 augustus 2021 niet alsnog de gebruikelijke opleveringsprotocollen heeft uitgevoerd.
5.De beslissing
dinsdag 1 april 2025laten weten hoeveel getuigen zij wil laten horen, dit onder opgave van de verhinderdagen van die getuigen, van partijen en van hun advocaten; en bepaalt dat het hof daarna de dag en het tijdstip van het verhoor zal vaststellen, ook als de genoemde opgave onvolledig is;
dinsdag 1 april 2025in het geding te brengen:
alle facturen, bonnen, logboeken en andere documenten betreffende de werkzaamheden die Engie en Huibers Electra in de maanden juli en augustus 2021 voor Van Beek hebben verricht;
dinsdag 1 april 2025in het geding te brengen:
alle werkbonnen (ook week- en dagbonnen), registraties, verslagen, logboeken en andere documenten betreffende de werkzaamheden die zij in de maanden juli en augustus 2021 voor Van Beek heeft verricht;