In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 februari 2025 een arrest gewezen in verzet tegen een eerder verstekarrest. De zaak betreft een geschil tussen Chiropractic Care Bennekom B.V. (CCB) en Digihero B.V. over de beëindiging van een meerjarige overeenkomst voor telefonie- en internetdiensten. Digihero had op 30 april 2024 een verstekarrest gekregen, waartegen zij op 23 juli 2024 verzet heeft ingesteld. Het hof oordeelde dat Digihero ontvankelijk was in het verzet, omdat de verzetdagvaarding tijdig was uitgebracht. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 januari 2025 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht.
De kern van het geschil draait om de vraag of de overeenkomst tussen CCB en Digihero op juiste wijze is beëindigd. CCB had de overeenkomst ontbonden, maar Digihero stelde dat CCB in verzuim verkeerde en niet gerechtigd was tot ontbinding. Het hof oordeelde dat de overeenkomst op 5 februari 2020 met wederzijds goedvinden is beëindigd, en dat CCB de afkoopsom voor de resterende looptijd van de overeenkomst, inclusief omzetbelasting, aan Digihero verschuldigd is. Het hof heeft de vorderingen van CCB in reconventie afgewezen en de vorderingen van Digihero in conventie grotendeels toegewezen, inclusief buitengerechtelijke kosten en proceskosten. Het arrest benadrukt de reikwijdte van het hoger beroep na verzet en de noodzaak van hoor en wederhoor in juridische procedures.