Uitspraak
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling in hoger beroep
uitgangspunten
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een tussenvonnis van de pachtkamer van de rechtbank Limburg, waarin een voorschot op schadevergoeding is toegewezen aan de geïntimeerde, een rabarberteler, voor het niet ter beschikking stellen van 2,7 hectare bouwland door de appellant. De appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen dit tussenvonnis, omdat hij meent dat hij het land wel ter beschikking heeft gesteld en dat er geen schadevergoeding verschuldigd is. De pachtkamer had eerder geoordeeld dat de appellant de grond niet ter beschikking heeft gesteld, omdat hij deze zelf had ingezaaid met Italiaans raaigras. De appellant heeft in hoger beroep betoogd dat de pachtkamer ten onrechte voorbij is gegaan aan zijn argumenten en dat de schadevergoeding niet terecht is toegewezen. Het hof heeft de afstemmingsregel toegepast, wat betekent dat het hof zijn oordeel moet afstemmen op het oordeel van de pachtkamer. Het hof heeft geoordeeld dat de appellant niet ontvankelijk is in zijn hoger beroep tegen het tussenvonnis, maar heeft het vonnis in het incident vernietigd en een voorschot op de schadevergoeding van € 35.000 toegewezen aan de geïntimeerde. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de financiële situatie van de geïntimeerde en het belang van een voorschot voor zijn bedrijfsvoering. De proceskosten zijn gecompenseerd, en de veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad.