Uitspraak
1.Inleiding: het procesverloop
Over de aard van de contacten tussen [getuige] en het Openbaar Ministerie: Toezeggingen?
3.Belemmering waarheidsvinding
4.Ontvankelijkheid Openbaar Ministerie
[medeverdachte 7] aangehouden. Er hebben doorzoekingen plaatsgevonden in onder andere de woningen van de verdachten, waarbij wapens en munitie werden aangetroffen.
[medeverdachte 8] en [medeverdachte 4] aangehouden. Verdachte [medeverdachte 5] is op 15 februari 2016 aangehouden. [medeverdachte 1] is op 12 april 2016 aangehouden in het vervolgonderzoek naar de handel in cocaïne in Nederland (Maggiora II).
‘En dat roept verbazing op bij de raadslieden van een aantal andere verdachten want ‘dan zal er wel wat zijn afgesproken met het Openbaar Ministerie’. Die wellicht terugkerende vraag kan hier eenmalig en kort beantwoord worden: Nee, er is geen enkele afspraak of overeenkomst gemaakt door het Openbaar Ministerie met de verdachte [getuige] in deze strafzaak. En zou dan de volgende vraag kunnen zijn: en in een andere zaak dan? Daar weet ik niets van en is voor de beoordeling van de rechter van deze strafzaak ook niet van belang.
openheid van zaken geeft en niet gelijk vanaf de aanhouding op 18 september, doet niets af aan de betrouwbaarheid en het motief van die verklaring. Het is waarschijnlijk een afweging geweest die wat langer heeft geduurd wat duidelijk blijkt uit de enkele woorden van hem: het is alles of niks.
mr. [advocaat van getuige] ter zitting worden gehoord en dat in een schriftelijke procedure aan mr. [officier van justitie getuigenbescherming] en mr. [rechercheofficier van justitie 1] vragen kunnen worden gesteld. Ook is het verzoek om verstrekking van de auditieve registraties van de verhoren van [getuige] toegewezen.
mr. [zaaksofficier] .
mr. [zaaksofficier] gehoord. Mr. [zaaksofficier] heeft onder meer aangegeven dat hernummering van processen-verbaal van verklaringen van [getuige] heeft plaatsgevonden. Er wordt afgezien van het horen van mr. [advocaat van getuige] , omdat hij heeft aangegeven zich (opnieuw) op zijn verschoningsrecht te zullen beroepen.
2.Over de aard van de contacten tussen [getuige] en het Openbaar Ministerie:
Toezeggingen?
gesprek gehad met [getuige] door mij en [verbalisant onderzoeksleider] (AVR) om hem te wijzen op zijn procespositie. [getuige] wil tactisch gaan verklaren. Eventuele andere trajecten zijn vanaf nu in handen bij TCI-officier. [9]
mr. [zaaksofficier] had aangegeven dat er iets voor de kleding geregeld kon worden, dat hij denkt dat het het makkelijkst is als hij met iemand mee zou gaan om de kleding op te halen, dat de mediabeperkingen er wat hem (het hof begrijpt: mr. [zaaksofficier] ) betreft af mochten en dat dat voor hem ( [getuige] ) alweer een hoop scheelt. De verhoorders geven aan dat zij zullen regelen dat [getuige] met zijn vader kan bellen en dat de vader van [getuige] dan wat geld op zijn rekening kan storten.
- dat zijn kleding goed geregeld wordt;
- dat er via de vader van [getuige] geld op zijn rekening komt;
- dat hij naar een andere PI zou kunnen;
- dat de mediabeperkingen vervallen.
dat andere trajectkomt. Het gesprek wordt afgesloten met de toezegging van [verbalisant onderzoeksleider] dat hij gaat doorgeven dat de vader van [getuige] weer gebeld kan worden zodat [getuige] weer wat geld krijgt en dat er ook wel wat valt te regelen voor zijn kleding.
mr. [zaaksofficier] helder was. Als hij bereid was te gaan verklaren dan zou het er stukken beter voor hem uitzien en zou er voor zijn veiligheid worden gezorgd. Hij kwam eruit met het gevoel van: ‘Ik ga meewerken want dat gaat mij veel voordelen opleveren.’ [11] De lagere straf zou voor het afleggen van de verklaringen zijn, daarom ging hij verklaren. Er was een vooruitzicht dat de straf lager zou zijn. [12]
mr. [zaaksofficier] even daarvoor heeft gehad. Hij verklaart over onderwerpen die mr. [zaaksofficier] van belang achtte, waarbij hij bij herhaling in relatie tot de informatie die hij verschafte, ter sprake bracht dat volgens mr. [zaaksofficier] de mediabeperkingen eraf mochten, dat er geen reden zou zijn om de mediabeperkingen te handhaven nu hij over verstopplekken van wapens had verklaard en dat hij graag nieuwe kleding wilde regelen. Het hof leidt uit die gang van zaken af dat [getuige] op dat moment veel belang had bij verbetering van zijn leefomstandigheden in gevangenschap en dat voor [getuige] bij de afweging om te gaan verklaren, toezeggingen aangaande die praktische zaken wel degelijk van belang waren en zijn verklaringsbereidheid hebben beïnvloed.
OMG gerelateerde zaken concreet trachten te maken. Ook al zijn het kleine bijvangsten. Het toont aan, groot of klein, dat men als OMG crimineel handelt.
de rode draad zoeken/vinden rondom [naam] [zwart gelakt] en vooral het verband zoeken met de zaak Magiore (het hof begrijpt: Maggiora
), zodat ook in Magiore een dealmogelijkheid bestaat. [30]
volgende week afspraak [verbalisant onderzoeksleider] en ik met [landelijk officier van justitie 1] en TSG over voortgang rondom [getuige](het hof begrijpt: [getuige] )
.
ps Voor alle duidelijkheid; er is GEEN SPRAKE VAN dat in Maggiora een deal met I… gesloten is of gaat worden.’
‘benieuwd te zijn wanneer hij, of zijn advocaat, weer iets horen van justitie mbt zijn deal met justitie’. [45]
‘Nu Maggiore de verklaring omtrent [zwart gelakt] niet nodig heeft en [zwart gelakt] te mager is om een onderzoek te starten wat we nu gaan doen. [landelijk officier van justitie 2] gaat nog met de Recherche officier en [zwart gelakt] bespreken of de verklaring omtrent [zwart gelakt] interessant genoeg is om in [zwart gelakt] te gaan gebruiken. (…)’ [49]
[zwart gelakt]
mr. [officier van justitie getuigenbescherming] en [getuige] . Het doel van dit gesprek was om bij [getuige] bepaalde verwachtingen weg te nemen die ten onrechte waren geschapen. De mutatie houdt onder meer het volgende in:
mr. [naam] , advocate van [getuige] , wordt gerefereerd aan het gesprek van 19 maart 2018 waarin het voorstel is gedaan om de restantstraf in twee tranches uit te zitten. In reactie op de vraag van de advocate of die toezegging nog steeds geldt, meldt mr. [officier van justitie getuigenbescherming] dat hij in overleg met mr. [zaaksofficier] heeft besloten dat hij [getuige] nog één keer de toezegging doet dat de restantstraf in twee delen kan worden uitgezeten. Daarbij merkt [officier van justitie getuigenbescherming] op dat de straf alleen ten uitvoer kan worden gelegd als deze onherroepelijk is en dat dit betekent dat [getuige] zijn hoger beroep moet intrekken.
mr. [officier van justitie getuigenbescherming] . Hij stuurde mr. [officier van justitie getuigenbescherming] een krantenbericht over de moord op het [echtpaar] in [plaats] en gaf aan dat hij van alles en nog wat weet. In de mutatie staat verder onder meer: [74]
gaat voor een voorwaardelijke strafeis. Heeft hij toegezegd aan [officier van justitie getuigenbescherming] [ [officier van justitie getuigenbescherming] ]. [officier van justitie getuigenbescherming] heeft dit medegedeeld aan advocaat en aan [getuige], in het bijzijn van de opsteller(s) van de mutatie. De eis stemde [getuige] en zijn advocaat een stuk milder.
Mr. [zaaksofficier] en mr. [officier van justitie getuigenbescherming] hebben ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat niet gesproken is over een voorwaardelijke straf. Het hof acht de mutatie over het gesprek in de [locatie] echter wel betrouwbaar. Daarbij speelt voor het hof mee dat de opsteller van de mutatie gebrand was op een correcte verslaglegging. In de mutatie bespreekt hij/zij immers dat [getuige] en zijn raadsman tijdens een eerder overleg met mr. [landelijk officier van justitie 1] , een ander beeld hadden van het gesprek en de toezeggingen die daar zouden zijn gedaan dan de opsteller van de mutatie, die zelf ook aanwezig was bij het bewuste gesprek. In de mutatie wordt in dat kader opgemerkt dat dergelijke gesprekken voortaan moeten worden opgenomen. Voorts is in de mutatie expliciet opgenomen dat de eis van mr. [zaaksofficier] [getuige] en zijn advocaat milder stemden. Daar komt nog bij dat uit de verklaring van mr. [rechercheofficier van justitie 1] bij de raadsheer-commissaris volgt dat mr. [advocaat van getuige] heel boos was, omdat hij van mening was dat door het Openbaar Ministerie was toegezegd dat [getuige] niet terug zou hoeven naar de gevangenis.
mr. [officier van justitie getuigenbescherming] , ditmaal in [plaats] . Doel van dit gesprek was om bij [getuige] ‘bepaalde verwachtingen weg te nemen die ten onrechte waren geschapen’. Tijdens dit gesprek is gesproken over de executie van de restdetentie van [getuige] . Door mr. [officier van justitie getuigenbescherming] wordt toegezegd dat hij gaat uitzoeken of de detentie in twee delen kan worden uitgezeten, of er strafkorting mogelijk is als er geen fasering is en wanneer de detentie kan ingaan. Hierbij wordt aangegeven dat als [getuige] zijn hoger beroep intrekt de executie kort daarna zou kunnen volgen.
- op 10 januari 2019 vraagt hij of er nog iets te regelen valt voor de ontneming. Als er een zitting komt dan gaat hij alles bespreken wat [landelijk officier van justitie 1] heeft gezegd etc en daar heeft niemand wat aan. Mr. [officier van justitie getuigenbescherming] stelt dat [getuige] echt gematst is en dat zijn executieafspraken ongekend zijn, dat hij geen bemoeienis heeft met de ontneming en dat mr. [landelijk officier van justitie 1] niets meer kan bevestigen;
- op 24 januari 2019 vraagt hij of het Openbaar Ministerie de kosten voor bijstand van een advocaat tijdens getuigenverhoren in Maggiora 1 en 2 wil betalen en dat het ook in het belang van het Openbaar Ministerie is dat hij niets gaat zeggen over afspraken of ontmoetingen. Mr. [officier van justitie getuigenbescherming] geeft aan dat zijn advocaat contact met hem moet opnemen over de kosten;
- op 16 april 2019 vraagt [getuige] om uitstel van de executie van zijn straf omdat de medeverdachten in hoger beroep ook ‘uitstel’ krijgen, terwijl hij destijds moest kiezen voor zijn hoger beroep (het hof begrijpt: het hoger beroep in te trekken). Mr. [officier van justitie getuigenbescherming] geeft aan dat hij zal informeren;
- op 3 mei 2019 vraagt hij opnieuw om uitstel van de executie van zijn straf. Mr. [officier van justitie getuigenbescherming] geeft aan dat [getuige] dit goed gedocumenteerd moet voorleggen aan
- op 15 mei 2019 meldt hij dat zijn advocaat mr. [zaaksofficier] gaat vragen om de straf nog iets te verlagen, dat hij belooft zich op de zitting van 29 mei (het hof begrijpt: de zitting betreffende de ontneming) te gedragen en dat hij zijn beloftes wel altijd nakomt;
- omstreeks 31 juli 2019 meldt [getuige] dat hij van alles en nog wat weet over de moord op het [echtpaar] . In de mutatie van het landelijk parket staat dat er mogelijk nog wel iets te regelen valt met betrekking tot de executie van zijn eerder opgelegde straf (het hof begrijpt: in Maggiora). Uiteindelijk krijgt het geen vervolg omdat de informatie van [getuige] niet nieuw blijkt te zijn.
3.Belemmering waarheidsvinding
Aanwijzing toezeggingen aan getuigen in strafzaken.
- het regelen van kleding
- het storten van geld op de rekening van [getuige] in de PI door zijn vader
- het loslaten van beperkingen (de mediabeperkingen en het toestaan te telefoneren)
mr. [zaaksofficier] en [verbalisant onderzoeksleider] voorafgaand aan het verhoor van 14 oktober 2015 waarin [getuige] voor het eerst openheid van zaken geeft én dat dit gesprek AVR is opgenomen. De verdediging is dit gesprek op het spoor gekomen door het uitluisteren van de auditieve registraties van de verhoren van [getuige] . Naar aanleiding hiervan heeft het hof beslist dat de verhoren woordelijk moesten worden uitgewerkt. Uit die uitwerking is vervolgens (onder meer) gebleken dat tijdens het gesprek voorafgaand aan het verhoor op 14 oktober 2015 mogelijk toezeggingen zijn gedaan die de verklaringsbereidheid van [getuige] hebben geactiveerd.
Mr. [rechercheofficier van justitie 1] zag na kennisname van de opname geen enkele reden om het gesprek niet op te nemen in het dossier. Bij de raadsheer-commissaris heeft [rechercheofficier van justitie 1] [81] op de vraag of zij kan verklaren dat het gesprek aanvankelijk niet in het dossier is gevoegd, als volgt geantwoord:
Uitgangspunt is transparantie, dat klopt. (…) Het gesprek dat heeft plaatsgevonden, zou aan het dossier worden toegevoegd en is het aan de rechter om er iets van te vinden. [82]
De volgorde van de verhoren van mij is destijds veranderd. Ik moest mijn verklaringen opnieuw ondertekenen omdat er anders een gat zou ontstaan in de verhoren. [84]
Ik moest de verhoren opnieuw tekenen omdat anders iets met de nummers niet meer zou kloppen. Het had te maken met een ingebouwd opnamesysteem, daar was iets mee. Het gesprek werd opgenomen maar niet gevoegd in dossier. Dat is mij duidelijk gemaakt. Het had te maken met het gesprek met officier van justitie dhr. [zaaksofficier] . (…) Voor zover ik mij kan herinneren was dat 1 of 2 dagen erna. Na het gesprek met officier van justitie dhr. [zaaksofficier] toen ben ik gaan verklaren en een paar dagen later moest ik die verklaringen opnieuw ondertekenen. Dat moet dan wel gaan om de verklaringen waarin ik verklaard heb, dat kan niet anders. Het waren volgens mij 1 of 2 verklaringen maar wel veel bladzijden. Daarom moet ik concluderen dat het inhoudelijk verklaringen waren. Ik heb het niet opnieuw gelezen, ik ben er vanuit gegaan dat het goed was. Het was vanwege het gesprek dat ik daar vanuit ging.
‘Dat het vragen op zou roepen. Van wat er is gezegd. Dat het niet netjes is verlopen. De volgorde klopte niet, het moest daarom opnieuw getekend worden, dat had iets te maken met opnames, die konden vragen oproepen.’Op de vraag van mr. Peters of de datum ook werd aangepast, antwoordt [getuige] :
‘De nummering van de verhoren, het hoeveelste verhoor het was, werd aangepast. Ik kan mij niet herinneren of er iets met de datum is aangepast”. [85]
of zij [getuige] verklaringen in het onderzoek Maggiora opnieuw hebben laten tekenen omdat de nummering van de verklaringen niet zou kloppen’. Geen van de verhoorders kon zich herinneren dat een dergelijke situatie zich had voorgedaan. Ook heeft verbalisant [verbalisant 2] niet in de uitwerking van de verklaringen van [getuige] kunnen lezen dat verklaringen zijn voorgelegd die opnieuw moesten worden getekend. Ook is uit onderzoek in Summ-IT niet gebleken van het opnieuw laten ondertekenen van verklaringen vanwege een onjuiste nummering van de processen-verbaal, aldus verbalisant [verbalisant 2] .
codebinnen een onderzoek. In het onderzoek Maggiora heeft de dossiermaker gekozen om automatische procesverbaal
nummeringte hanteren voor verwijzing naar de betreffende processen-verbaal. Dat nummer kan worden aangepast.
codewordt aangemaakt door Summ-IT. Die kan worden verwijderd maar niet worden aangepast.
codeaan te passen, deze code kun je alleen verwijderen of laten staan.
4.Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
- (i) het niet nakomen van de verbaliseringsplicht ten aanzien van gunstbetoon.
- (ii) het (volhardend) gebrek aan transparantie over de omstandigheden waaronder de verklaringen van [getuige] tot stand zijn gekomen;
- (iii) het aan [getuige] als voorwaarde opleggen dat hij, ook tegenover de rechter, diende te zwijgen over de contacten met het Openbaar Ministerie door middel van het koppelen van een toezegging van strafvermindering;
- (iv) het verwijderen van een proces-verbaal en het hernummeren van ten minste één proces-verbaal en tenslotte,
- (v) het omzeilen van de wettelijke voorschriften die gelden voor het maken van afspraken met een verdachte getuige (in de vorm van een executiedeal)
niet-ontvankelijk in de vervolging.