ECLI:NL:GHARL:2024:7032

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
19 november 2024
Zaaknummer
200.333.004
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op merkrechten en handelsnaamrechten in de context van arbeidsbemiddeling tussen Kracht Recruitment en Vakkracht

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, ging het om een hoger beroep van Kracht Recruitment B.V. tegen Vakkracht B.V. Kracht Recruitment, dat zich richt op arbeidsbemiddeling in de techniek en bouw, had eerder in een kort geding gelijk gekregen van de voorzieningenrechter, die Vakkracht had bevolen om het gebruik van de handelsnaam 'Vackracht' en de domeinnaam 'vackracht.nl' te staken. Vakkracht, een uitzendbureau dat ook actief is in de bouw en techniek, had echter hoger beroep ingesteld en het hof vernietigde het kortgedingvonnis. Kracht Recruitment startte daarop een bodemprocedure, waarin zij stelde dat Vakkracht inbreuk maakte op haar merkrechten en handelsnaamrechten. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van verwarringsgevaar tussen de merken en handelsnamen van beide partijen. Het hof concludeerde dat Kracht Recruitment onrechtmatig had gehandeld door het kortgedingvonnis te executeren, en veroordeelde Kracht Recruitment tot betaling van een schadevergoeding aan Vakkracht. De rechtbank had eerder de vorderingen van Kracht Recruitment afgewezen en de tegenvorderingen van Vakkracht gedeeltelijk toegewezen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde Kracht Recruitment tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.333.004
zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem 405687
arrest van 19 november 2024
in de zaak van
Kracht Recruitment B.V.
die is gevestigd in Huissen
die hoger beroep heeft ingesteld
en bij de rechtbank optrad als eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie
hierna: Kracht Recruitment
advocaat: mr. L.E.J. Jonker
tegen
Vakkracht B.V.
die statutair is gevestigd in de gemeente Kampen
en bij de rechtbank optrad als gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie
hierna: Vakkracht
advocaat: mr. D.C.J. Bogerd

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1.
Naar aanleiding van het arrest van 16 april 2024 heeft op 10 september 2024 een mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daarvan is een verslag gemaakt (het proces-verbaal) dat aan het dossier is toegevoegd.
1.2.
Hierna hebben partijen het hof gevraagd arrest te wijzen.

2.De kern van de zaak

2.1.
Kracht Recruitment en Vakkracht houden zich allebei bezig met het vinden van personeel voor derden in de bouw en de techniek. Kracht Recruitment vindt dat Vakkracht moet stoppen met het gebruik van de naam
Vackrachten enkele varianten daarop. Hierover hebben partijen ook in kort geding geprocedeerd. Toen kreeg Kracht Recruitment van de voorzieningenrechter gelijk. Kracht Recruitment is dat vonnis ten uitvoer gaan leggen, maar in hoger beroep oordeelde het hof anders en wees haar vorderingen af. Vervolgens is Kracht Recruitment de onderhavige bodemprocedure begonnen. Er spelen drie vragen. Ten eerste is de vraag of Vakkracht met haar gebruik van Vackracht, vackracht.nl, Vakkracht en vakkracht.nl inbreuk maakt op de beeldmerken van Kracht Recruitment. Ten tweede is de vraag of Vakkracht met dit gebruik inbreuk maakt op de handelsnaam/handelsnamen van Kracht Recruitment. Ten derde is de vraag of Kracht Recruitment juist een schadevergoeding aan Vakkracht moet betalen omdat Kracht Recruitment Vakkracht op basis van het kortgedingvonnis heeft verboden de tekens Vackracht en vackracht.nl te gebruiken.

3.De feiten

3.1.
De volgende feiten zijn in hoger beroep van belang.
3.1.1.
Kracht Recruitment houdt zich bezig met arbeidsbemiddeling, werving en selectie en detachering van technisch personeel in de bouw, civiele techniek, installatietechniek en techniek & industrie. Zij gebruikt een website onder de domeinnaam vanuitkracht.nl, die ook te bereiken is via krachtrecruitment.nl. Kracht Recruitment is licentiehouder van twee hieronder weergegeven Benelux beeldmerken. Deze merken zijn eind 2010 gedeponeerd en zijn ingeschreven voor waren en diensten in klassen 35, 41 en 45.
3.1.2.
Het in 2020 opgerichte Vakkracht is een uitzendbureau in (onder meer) de bouw en techniek. Zij maakt daarbij gebruik van de handelsnaam Vackracht. Op internet gebruikt zij de domeinnaam vackracht.nl, die ook te bereiken is via vakkracht.nl. De bestuurder van Vakkracht is merkhouder van twee in 2020 gedeponeerde Beneluxmerken voor waren en diensten in klassen 35 en 41: het woordmerk VACKRACHT en het hieronder weergegeven beeldmerk:
3.1.3.
Op onder meer haar website maakte of maakt Vakkracht gebruik van de volgende logo’s:
3.1.4.
In 2021 is Kracht Recruitment een kort geding gestart tegen Vakkracht. De voorzieningenrechter heeft in een vonnis van 26 oktober 2021 Vakkracht bevolen om op straffe van een dwangsom het gebruik van de handelsnamen en de tekens Vackracht en vackracht.nl te staken. Kracht Recruitment heeft dit vonnis op 8 november 2021 laten betekenen. Vervolgens is Vakkracht de handelsnaam en het teken Vakkracht (in geheel groene letters) gaan gebruiken.
3.1.5.
Vakkracht heeft hoger beroep ingesteld tegen het kortgedingvonnis. Het hof heeft in een arrest van 14 juni 2022 het vonnis vernietigd en de vorderingen van Kracht Recruitment in kort geding alsnog afgewezen. [1] Sindsdien gebruikt Vakkracht weer haar oorspronkelijke naam Vackracht.

4.De procedure bij de rechtbank en het hof

4.1.
In de onderhavige bodemprocedure heeft Kracht Recruitment bij de rechtbank verklaringen voor recht gevorderd die inhouden dat Vakkracht inbreuk maakt op de merkrechten en het handelsnaamrecht van Kracht Recruitment. Daarnaast heeft Kracht Recruitment onder meer gevorderd dat Vakkracht op straffe van een dwangsom verdere inbreuken staakt en een schadevergoeding betaalt die in een afzonderlijke schadestaatprocedure wordt vastgesteld.
4.2.
Vakkracht heeft bij de rechtbank tegenvorderingen ingesteld. Vakkracht heeft een verklaring voor recht gevorderd die samengevat inhoudt dat Kracht Recruitment onrechtmatig heeft gehandeld door Vakkracht te dwingen haar handelsnaam en website te wijzigen dan wel te dreigen met executie van het kortgedingvonnis. Vakkracht heeft ook een schadevergoeding van € 19.603,50 gevorderd.
4.3.
De rechtbank heeft de vorderingen van Kracht Recruitment afgewezen en de tegenvorderingen van Vakkracht voor een deel toegewezen. De rechtbank heeft Kracht Recruitment veroordeeld om een bedrag van € 5.000,- aan schadevergoeding te betalen. De bedoeling van het hoger beroep van Kracht Recruitment is dat haar afgewezen vorderingen alsnog worden toegewezen en dat de toegewezen vorderingen van Vakkracht alsnog worden afgewezen. Vakkracht is niet in hoger beroep gekomen.

5.Het oordeel van het hof

Kracht Recruitment krijgt in hoger beroep geen gelijk
5.1.
Het hof is van oordeel dat Vakkracht geen inbreuk maakt op de merkrechten en handelsnaamrechten van Kracht Recruitment. Kracht Recruitment heeft onrechtmatig gehandeld door het vonnis van de voorzieningenrechter te executeren en moet de door de rechtbank vastgestelde schadevergoeding betalen. Kracht Recruitment krijgt daarom in hoger beroep geen gelijk. Hierna zal worden uitgelegd hoe het hof tot deze beslissing komt.
De bevoegdheid voor de merkenrechtelijke vorderingen
5.2.
Voor de vorderingen gebaseerd op Beneluxmerken moet het hof op grond van artikel 4.6 lid 3 Benelux Verdrag inzake de intellectuele eigendom (
BVIE) eerst de bevoegdheid van de aangezochte rechter uitdrukkelijk vaststellen. Aangezien de gestelde inbreuk op het merkenrecht op het internet en daarmee ook in het arrondissement Gelderland heeft plaatsgevonden, was de rechtbank bevoegd om van de merkenrechtelijke vorderingen in dit geschil kennis te nemen. Om dezelfde reden is ook het hof bevoegd om de merkenrechtelijke vorderingen in deze zaak te behandelen. Partijen hebben op dit punt overigens ook niet iets anders bepleit.
De maatstaf voor het beroep op artikel 2.20 lid 2 onder b BVIE
5.3.
Op grond van artikel 2.20 lid 2 onder b BVIE kan Kracht Recruitment een verbod vorderen voor het gebruik van een teken dat overeenstemt met haar merk en in het economisch verkeer gebruikt wordt met betrekking tot gelijke of overeenstemmende waren of diensten als die waarvoor het merk is ingeschreven, indien daardoor bij het publiek gevaar voor verwarring bestaat.
5.4.
Van verwarringsgevaar als bedoeld in dit artikel is sprake als merk en teken zodanig overeenstemmen dat daardoor bij het in aanmerking komende publiek van de desbetreffende waren of diensten verwarring kan ontstaan. Bij de beoordeling van de vraag of daarvan sprake is moet in aanmerking worden genomen dat het verwarringsgevaar globaal dient te worden beoordeeld, met inachtneming van alle relevante omstandigheden van het concrete geval, waaronder de mate van overeenstemming van het merk en het teken, de soortgelijkheid van de betrokken waren of diensten, de mate van bekendheid van het oudere merk en het onderscheidend vermogen van het merk. De globale beoordeling van het verwarringsgevaar moet, wat de visuele, de auditieve en de begripsmatige vergelijking tussen het merk en teken betreft, berusten op de totaalindruk die het merk en het teken wekken bij het relevante publiek, dat bestaat uit de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument van de betrokken waren of diensten, waarbij in het bijzonder rekening dient te worden gehouden met de onderscheidende en dominerende bestanddelen van merk en teken. Een zekere mate van overeenstemming tussen merk en teken en een zekere mate van (soort)gelijkheid van de waren en diensten zijn daarbij cumulatieve voorwaarden. [2]
Het beroep op artikel 2.20 lid 2 onder b BVIE gaat niet op
5.5.
Het hof zal hierna uitleggen dat geen sprake is van verwarringsgevaar en dat het beroep op artikel 2.20 lid 2 onder b BVIE daarom niet opgaat. Hiervoor zal eerst worden ingegaan op het relevante publiek, de mate van overeenstemming, de soortgelijkheid van de diensten en de onderscheidingskracht van de beeldmerken van Kracht Recruitment.
Het relevante publiek bestaat uit werkzoekenden en werkgevers
5.6.
Het
relevante publiekbestaat in dit geval uit werkzoekenden en werkgevers in kort gezegd de bouw en de techniek. Anders dan Kracht Recruitment heeft bepleit en bij gebreke van een nadere onderbouwing van haar stelling op dit punt, neemt het hof niet aan dat het relevante publiek een laag aandachtsniveau heeft. Personen die op zoek zijn naar een baan of juist naar werknemers zullen immers met een zekere aandacht kijken naar het bedrijf dat hierin bemiddelt. Aangenomen kan worden dat het voor deze personen van belang is met wie ze hiervoor in zee gaan. Het hof gaat daarom uit van een normaal aandachtsniveau.
Er is een enige mate van overeenstemming tussen de beeldmerken en de tekens
5.7.
Er is in dit geval sprake van enige mate van
visueleovereenstemming tussen de beeldmerken van Kracht Recruitment en de tekens “vackracht” en “vakkracht”. Dat komt doordat zowel de beeldmerken als de tekens het woordelement “kracht” bevatten. Daarnaast maakt één van de twee beeldmerken van Kracht Recruitment gebruik van zwarte letters van de letters “krach”. Bij het teken “vackracht” zijn de letters “kracht” (in ieder geval in het verleden) ook zwart geweest.
5.8.
De mate van visuele overeenstemming wordt sterk beperkt door de omstandigheid dat de tekens “Vackracht” en “Vakkracht” door de elementen “vac” of “vak” een ander begin hebben. Een dergelijk verschil, juist aan het begin, zal gelijk opvallen. Ook het ontbreken van het element “Recruitment” uit het beeldmerk levert een relevant visueel verschil op. Verder is er enig verschil in kleurgebruik doordat Vakkracht het element “vac” (respectievelijk “vak”) niet in het zwart maar in groen of witte letters weergeeft. Een ander visueel verschil is aanwezig doordat de tekens “Vackracht” en “Vakkracht” als één woord worden geschreven terwijl in de beeldmerken de elementen “kracht” en “recruitment” als twee losse woorden worden weergegeven en anders zijn gepositioneerd, namelijk onder elkaar. Verder is er wat visueel verschil doordat de beeldmerken van Kracht Recruitment een gestileerde letter t in een afwijkende (blauwe) kleur bevatten. Vakkracht gebruikt de tekens “vackracht” en “vakkracht” op onder meer haar website veelal in combinatie met het gebruik van een losse letter K. Anders dan Kracht Recruitment heeft bepleit, leidt dit visueel juist tot een verschil in plaats van tot een grotere mate van overeenstemming met de beeldmerken. Voor het overige is de stilering van de letters bij zowel de beeldmerken als de tekens weinig opvallend. Bijvoorbeeld de puntgrootte, het hoofdlettergebruik, de afstand tussen de letters of de hoek hebben in deze zaak (hoewel Vakkracht daar wel op gewezen heeft) visueel geen relevante betekenis.
5.9.
Ook
auditiefis er enige mate van overeenstemming, opnieuw vanwege het gebruik van het element “kracht” in de beeldmerken en de tekens. Tegelijkertijd leidt het gebruik van het voorvoegsel “vac” of “vak” en het achtervoegsel “Recruitment” auditief tot een aanmerkelijk verschil. Hierdoor is immers sprake van een verschil in de volgorde van de woordelementen en een verschil in lettergrepen. Verder ligt hierdoor de nadruk ook anders, namelijk bij de merken op “kracht” en bij de tekens op “vak”.
5.10.
Begripsmatigis er geen of hoogstens een geringe overeenstemming. Kracht Recruitment betekent immers niet hetzelfde als Vackracht of Vakkracht. Door het overeenstemmende element “kracht” is er mogelijk wel enige begripsmatige overeenstemming. Het begrip “kracht” kan echter verschillende betekenissen hebben. Wat betreft de tekens “vackracht” en “vakkracht” duidt het element “kracht” juist vanwege de combinatie met het element “vac” of “vak” op iemand die een bepaalde functie verricht, dus op een arbeidskracht. Bij de beeldmerken van Kracht Recruitment duidt het element “kracht” volgens de eigen stellingen van Kracht Recruitment juist op een andere betekenis, namelijk in de zin van: sterkte. Kracht Recruitment heeft ook geen onderbouwing gegeven waaruit blijkt dat het relevante publiek aan het element “kracht” in de tekens ook de betekenis van sterkte geeft.
Er is sprake van gebruik voor soortgelijke diensten
5.11.
Vakkracht gebruikt de tekens “vakkracht” en “vackracht” voor
soortgelijke dienstenals die waarvoor de beeldmerken van Kracht Recruitment onder meer zijn ingeschreven. Beide bedrijven houden zich immers bezig met het vinden van personeel voor derden. Vakkracht heeft naar voren gebracht dat zij uitsluitend een uitzendbureau is en dat Kracht Recruitment aan arbeidsbemiddeling en werving en selectie van personeel doet. Een dergelijk verschil doet echter niet wezenlijk af aan de soortgelijkheid van de diensten. Kracht Recruitment heeft overigens gemotiveerd aangevoerd dat Vackracht ook aan arbeidsbemiddeling en detachering doet en daarvoor gewezen op een LinkedIn-pagina van Vakkracht (waarin hiervan melding wordt gemaakt) en op een vacature voor een consultant arbeidsbemiddeling op de website van Vakkracht.
De beeldmerken hebben een gemiddelde onderscheidingskracht
5.12.
De beeldmerken van Kracht Recruitment zijn voor wat betreft het woordelement “recruitment” een beschrijvende aanduiding. Voor wat betreft het woordelement “kracht” is dat niet noodzakelijkerwijs het geval, omdat deze term (zoals hiervoor onder 5.10 ook is overwogen) meerdere betekenissen kan hebben. Kracht Recruitment heeft naar voren heeft gebracht dat het element “kracht” in haar beeldmerk duidt op sterkte, wat ook wordt onderschreven door de domeinnamen die zij gebruikt (vanuitkracht.nl). In het licht hiervan komt het hof tot de conclusie dat de beeldmerken van Kracht Recruitment niet uitsluitend tekens bevatten die kenmerken van de diensten beschrijven.
5.13.
Gelet op het niet (althans niet geheel) beschrijvende element “kracht”, de beeldbestanddelen van de beeldmerken en de combinatie van de woord- en beeldbestanddelen zal het hof uitgaan van een
normaal onderscheidend vermogen. Daarbij weegt ook mee dat Kracht Recruitment heeft onderbouwd dat zij met haar marketingactiviteiten enige bekendheid heeft opgebouwd in de markt voor het vinden van personeel voor derden in de bouw en de techniek. Dat dit tot meer dan een normaal onderscheidend vermogen heeft geleid, heeft zij echter onvoldoende onderbouwd.
Er is geen verwarringsgevaar
5.14.
Uitgaande van de hiervoor onder 5.4 omschreven globale beoordeling is er in de gegeven omstandigheden geen sprake van verwarringsgevaar tussen de beeldmerken en de tekens in de zin van artikel 2.20 lid 2 onder b BVIE. Uit hetgeen hiervoor is overwogen, volgt immers dat er slechts in (zeer) beperkte mate sprake van overeenstemming tussen de beeldmerken en tekens. Tegenover deze beperkte overeenstemming door het gebruik van het element “kracht” staan belangrijke verschillen die hiervoor geschetst zijn, waaronder dus met name de aanwezigheid van het element “vac” respectievelijk “vak” als eerste en daarmee meest in het oog springende deel van de tekens. De soortgelijkheid van de diensten biedt voor deze beperkte overeenstemming onvoldoende tegenwicht. Uitgaande van een gemiddeld oplettend publiek en de (normale) onderscheidende kracht van de beeldmerken, is het hof van oordeel dat de beperkte overeenstemming tussen de beeldmerken en de tekens en de soortgelijkheid van de diensten onvoldoende zijn om tot (direct of indirect) verwarringsgevaar te kunnen concluderen. Dit geldt dus zowel voor de wijze waarop de tekens “vackkracht” en “vakkracht” in het verleden zijn gebruikt als voor de wijze waarop ze momenteel worden gebruikt (in een volledig felgroene kleur).
Ook het beroep op artikel 2.20 lid 1 onder d BVIE gaat niet op
5.15.
Ook het beroep van Kracht Recruitment op artikel 2.20 lid 1 onder d BVIE gaat niet op. Op grond van deze bepaling kan de merkhouder het gebruik van een teken anders dan ter onderscheiding van waren of diensten verbieden, indien door dat gebruik, zonder geldige reden, van dat teken ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit of afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk.
5.16.
Vakkracht heeft betwist dat zij ongerechtvaardigd voordeel trekt uit of profijt heeft van de beeldmerken van Kracht Recruitment. In het licht van deze betwisting en mede gelet op de hiervoor vastgestelde beperkte overeenstemming tussen tekens en beeldmerken heeft Kracht Recruitment haar stelling op dit punt onvoldoende onderbouwd. Daarnaast heeft Kracht Recruitment onvoldoende onderbouwd dat en hoe het gebruik van de tekens afbreuk doet aan de herkomstfunctie van haar beeldmerken. Voor zover Kracht Recruitment in dit verband wijst op het gebruik van de afzonderlijke letter K door Vakkracht, kan haar dat niet baten. Kracht Recruitment heeft immers geen merkregistratie voor de letter K.
Het beroep op handelsnaaminbreuk kan evenmin slagen
5.17.
Kracht Recruitment heeft naast een beroep op haar beeldmerken ook een beroep gedaan op de bescherming van haar handelsnaam. Er is echter ook geen sprake van inbreuk op haar handelsnaamrecht. Hiervoor is het volgende redengevend.
5.18.
Op grond van artikel 5 Handelsnaamwet (
Hnw) is het verboden een handelsnaam te voeren die, voordat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig werd gevoerd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, indien dientengevolge, gelet op de aard en plaats van beide ondernemingen, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is. Op grond van artikel 5a Hnw is het verboden een handelsnaam te voeren, die het merk bevat, dan wel een aanduiding die van dat merk slechts in geringe mate afwijkt, voor zover dientengevolge bij het publiek verwarring omtrent de herkomst van de waren te duchten is.
5.19.
Beslissend is of er (direct of indirect) verwarringsgevaar bestaat bij het relevante publiek. Of verwarring te duchten valt, moet worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval. [3] Wanneer de ingeroepen oudere handelsnaam (in meer of mindere mate) beschrijvend is of onderscheidend vermogen mist, dient bij de beoordeling van het verwarringsgevaar het algemene belang betrokken te worden. Dat ziet op het belang dat aanduidingen die beschrijvend zijn voor de aard van een onderneming of van de door haar geleverde waren of diensten, door een ieder vrij moeten kunnen worden gebruikt. Bij de in aanmerking te nemen omstandigheden hoort ook de mate van – intrinsiek aan de naam verbonden of door bekendheid bij het publiek verworven – onderscheidend vermogen van de oudere handelsnaam. [4]
5.20.
Partijen verschillen allereerst over de vraag welke handelsnaam Kracht Recruitment gebruikt. Volgens Kracht Recruitment is dat zowel de handelsnaam “Kracht Recruitment” als ook de handelsnaam “Kracht”. Vakkracht betwist dat en voert aan dat alleen “Kracht Recruitment” wordt gebruikt of dat voor zover “Kracht” wel als handelsnaam wordt gebruikt, dit niet is gebruikt voordat zij haar handelsnamen Vakkracht en Vackracht is gaan gebruiken.
5.21.
Uit de historie van het handelsregister kan niet worden afgeleid wanneer Kracht Recruitment is begonnen met het door haar gestelde gebruik van de handelsnaam “Kracht”. Daaruit blijkt alleen de registratie van twee andere oude handelsnamen, namelijk “Vanuit Kracht” en “Kr8 Training”. Kracht Recruitment wijst ter onderbouwing van haar standpunt dat zij ook de handelsnaam “Kracht” gebruikt naar uitingen op onder meer Instagram, op haar website en in enkele e-mailberichten. Een aanzienlijk deel van deze berichten dateert echter van na 26 maart 2020, toen Vakkracht is opgericht en waarvan zij onweersproken heeft gesteld dat zij zowel die handelsnaam als de handelsnaam Vackracht ook vanaf dan heeft gevoerd voor haar onderneming. Dergelijke berichten kunnen dus geen ouder handelsnaamgebruik door Kracht Recruitment onderbouwen. In de berichten die (mogelijk) wel van oudere datum zijn en waarvan hieronder een voorbeeld is weergegeven, wordt de term “Kracht” niet als handelsnaam gebruikt, maar bijvoorbeeld als hashtag of in combinatie met de termen “vanuit” (wat overeenstemt met de domeinnaam die Kracht Recruitment gebruikt), “vanuit je”, “Team” en/of met als ‘header’ van het bericht “Kracht Recruitment”. Ook sluiten de aangehaalde e-mailberichten af met een handtekening waarin juist “Kracht Recruitment” als naam van de onderneming is opgenomen. Uit deze berichten blijkt onvoldoende dat Kracht Recruitment zich daadwerkelijk als onderneming onder de naam “Kracht” aan het publiek heeft gepresenteerd (althans eerder dan Vakkracht is gestart met haar handelsnaam).
5.22.
Zoals hiervoor is overwogen bestaat het relevante publiek uit werkzoekenden en werkgevers in de bouw en techniek en houden beide ondernemingen zich bezig met het vinden van personeel voor derden, hoewel bij Vakkracht (in ieder geval) de hoofdactiviteit het uitzenden van personeel betreft, terwijl Kracht Recruitment zich op arbeidsbemiddeling, werving en selectie en detachering richt. Kracht Recruitment en Vakkracht zijn allebei (onder meer) actief op het internet en sociale media, en aangenomen kan worden dat zij zich richten op heel Nederland. Het hof gaat ervan uit dat de handelsnaam Kracht Recruitment niet, althans niet geheel, beschrijvend is voor de aard van de onderneming of van de door haar geleverde waren of diensten (zie hiervoor onder 5.12).
5.23.
De handelsnamen Kracht Recruitment en Vackracht of Vakkracht zijn niet gelijk. Het hof is van oordeel dat de handelsnamen slechts in beperkte mate (visueel, auditief en begripsmatig) overeenstemmen. Daaraan liggen dezelfde redenen ten grondslag als hiervoor besproken bij de merkenrechtelijke vordering. Dat brengt het hof tot de conclusie dat de handelsnamen van Vakkracht niet slechts in geringe mate afwijken van de handelsnaam Kracht Recruitment. Om die reden - in combinatie met het normale aandachtsniveau van het publiek - ontbreekt verwarringsgevaar tussen Kracht Recruitment en Vakkracht/Vackracht.
5.24.
Kracht Recruitment heeft op de mondelinge behandeling bij het hof nog gesteld dat zij is aangesproken door mensen die dachten dat Kracht Recruitment een nieuw bedrijf had opgericht na het zien van (reclame voor) Vakkracht/Vackracht. Vakkracht heeft deze genoemde voorbeelden gemotiveerd betwist. Dat er daadwerkelijk verwarring is opgetreden heeft Kracht Recruitment echter niet onderbouwd, wat wel op haar weg had gelegen. Aan bewijslevering op dit punt wordt daarom niet toegekomen.
Kracht Recruitment is schadeplichtig door het betekenen van het kortgedingvonnis
5.25.
Vakkracht heeft bij de rechtbank een tegenvordering ingesteld en een vergoeding gevorderd van € 19.603,50 voor schade die zij stelt te hebben geleden doordat Kracht Recruitment haar heeft gedwongen haar handelsnaam te wijzigen. De rechtbank heeft van het gevorderde bedrag schattenderwijs een bedrag van € 5.000,- toegewezen. In het vonnis is overwogen dat de gevorderde kosten voor aanpassingen van de website, logo’s en marketinguitingen als schade worden aangemerkt, evenals een deel van de kosten van begeleiding door en advies van een advocaat naar aanleiding van het vonnis van de voorzieningenrechter. De gevorderde kosten van de overname van de handelsnaam zijn afgewezen.
5.26.
Kracht Recruitment is het niet eens met deze veroordeling. Zij heeft hiertegen naar voren gebracht dat de door Vakkracht gestelde kosten niet zijn onderbouwd, dat Vakkracht er zelf voor heeft gekozen een nieuwe naam te kiezen (Vakkracht in plaats van Vackracht) en dat er geen noodzaak was dat Vakkracht de handelsnaam van een derde partij te kopen. Verder wijst Kracht Recruitment erop dat Vakkracht niet heeft voldaan aan haar schadebeperkingsplicht omdat zij ervoor heeft gekozen om een (naar eigen zeggen) kostbare andere handelsnaam over te nemen terwijl zij ook zelf een nieuwe handelsnaam had kunnen bedenken.
5.27.
Volgens vaste rechtspraak moet worden aangenomen dat de partij die door dreiging met executie van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis de wederpartij heeft gedwongen tot nakoming van dat vonnis voordat dit in kracht van gewijsde is gegaan, in beginsel onrechtmatig handelt en schadeplichtig is wanneer het vonnis in hoger beroep wordt vernietigd. De betekening van het vonnis aan de wederpartij ter inleiding van de executie is in beginsel voldoende om aan te nemen dat sprake is van dreiging met executie als bedoeld in deze rechtspraak. [5]
5.28.
In dit geval heeft Kracht Recruitment het vonnis in kort geding op 8 november 2021 aan Vakkracht laten betekenen en daarnaast heeft zij in een latere brief van 10 februari 2022 Vakkracht gesommeerd enkele nog resterende uitingen te verwijderen. Daarmee heeft zij Vakkracht dus gedwongen tot nakoming van dit (inmiddels vernietigde) vonnis. Dat handelen levert in de gegeven omstandigheden een onrechtmatige daad op van Kracht Recruitment jegens Vakkracht, met als gevolg dat Kracht Recruitment gehouden is om de daardoor geleden schade te vergoeden.
5.29.
Voor de bepaling van de schade moet een vergelijking worden gemaakt tussen de werkelijke situatie waarin het onrechtmatig handelen heeft plaatsgevonden en de hypothetische situatie waarin dit achterwege zou zijn gebleven. Het is de vraag tot welke schade dit leidt. Het ligt op de weg van Vakkracht om de feiten te stellen waaruit zowel kan worden afgeleid dat zij de schade heeft geleden waarvan zij vergoeding vordert, en dat deze schade in causaal verband staat tot het verweten handelen. Daarbij geldt dat de rechter ingevolge artikel 6:97 BW de schade dient te begroten op de wijze die het meest met de aard van deze schade in overeenstemming is, of de schade dient te schatten indien deze niet nauwkeurig kan worden vastgesteld.
5.30.
Voor zover Kracht Recruitment argumenten naar voren brengt die zien op het overnemen van een andere handelsnaam, is van belang dat de rechtbank deze schadepost heeft afgewezen. Aangezien Vakkracht geen incidenteel beroep heeft ingesteld maakt deze schadepost geen onderdeel uit van het hoger beroep en gaat het hof daarom voorbij aan deze argumenten van Kracht Recruitment.
5.31.
Vakkracht heeft gesteld dat zij kosten heeft moeten maken om te stoppen met het gebruik van de tekens “vackkracht” en “vackkracht.nl”. De kosten voor aanpassingen van de website, logo’s en marketinguitingen bedragen volgens Vakkracht € 4.103,50. Daarnaast stelt zij juridische kosten te hebben gemaakt ter hoogte van € 3.500,-. Volgens Vakkracht zijn deze kosten het rechtstreeks gevolg van het afdwingen van de nakoming van het vernietigde vonnis. Ter onderbouwing van haar schade heeft Vakkracht facturen en betaalbewijzen overgelegd. Kracht Recruitment heeft hierover naar voren gebracht dat uit deze facturen niet rechtstreeks valt af te leiden dat ze betrekking hebben op de door Vakkracht gestelde werkzaamheden. Daarin wordt Kracht Recruitment niet gevolgd. Duidelijk is immers dat Vakkracht genoodzaakt was om actie te ondernemen om (in ieder geval) te voorkomen dat zij dwangsommen zou moeten betalen. Hierdoor heeft zij kosten moeten maken. Uit de omschrijvingen op de facturen valt op te maken dat de gefactureerde werkzaamheden betrekking hebben op bijvoorbeeld “aanpassen logo’s”, “aanpassen huisstijl, “nieuwe naam” “aanpassingen website” of “vakkracht rechtzaak / meekijken logo voorstellen” Verder valt uit de facturen op te maken dat de gefactureerde werkzaamheden zijn verricht in met name november 2021 en februari/maart 2022, dus na het kortgedingvonnis, respectievelijk de betekening en de sommatiebrief. In het licht van dit alles heeft Vakkracht voldoende onderbouwd dat zij tot het toegewezen bedrag van € 5.000,- schade heeft geleden en schiet de vrij algemene betwisting van Kracht Recruitment tekort om dit te weerleggen. Kracht Recruitment heeft ook geen andere argumenten naar voren gebracht waarom de door de rechtbank geschatte schade onjuist zou zijn.
De conclusie en de proceskosten
5.32.
Het voorgaande betekent dat het hof tot dezelfde beslissing komt als de rechtbank. Kracht Recruitment heeft ook nog bezwaren aangevoerd tegen de motivering van het mondelinge vonnis en het door de rechtbank gehanteerde juridisch kader. Deze bezwaren kunnen niet tot een andere beslissing leiden en hoeven daarom niet afzonderlijk te worden besproken. Het hoger beroep slaagt dus niet.
5.33.
Omdat Kracht Recruitment in het ongelijk zal worden gesteld, zal het hof haar tot betaling van de proceskosten in hoger beroep veroordelen. Onder die kosten vallen ook de nakosten die nodig zijn voor de betekening van de uitspraak en de wettelijke rente daarover. De rente is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening. [6]
5.34.
De onderhavige zaak is een zaak ter handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de zin van artikel 1019 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (
Rv). Om de redelijkheid en evenredigheid van de opgevoerde kosten te kunnen beoordelen, wordt aansluiting gezocht bij het document Indicatietarieven in IE-zaken gerechtshoven (versie april 2017). De daarin vermelde tarieven worden geacht redelijk en evenredig te zijn. Onderhavige zaak valt naar het oordeel van het hof onder de categorie eenvoudige bodemzaak met een maximumtarief van € 8.000,-. Hoewel Vakkracht een declaratie heeft overgelegd die dit bedrag overstijgt, heeft ze op de mondelinge behandeling verzocht aan te sluiten bij het tarief voor een eenvoudige bodemzaak. Kracht Recruitment heeft tegen de overgelegde declaraties of het bepleite tarief geen argumenten naar voren gebracht. Het hof komt daarom tot een toewijzing van € 8.000,- aan salaris advocaat.
5.35.
De proceskostenveroordeling in deze uitspraak kan ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).

6.De beslissing

Het hof:
6.1.
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem van 10 januari 2023;
6.2.
veroordeelt Kracht Recruitment tot betaling van de volgende proceskosten van Vakkracht:
€ 783,- aan griffierecht
€ 8.000,- aan salaris van de advocaat van Vakkracht;
6.3.
bepaalt dat al deze kosten moeten worden betaald binnen 14 dagen na vandaag en bepaalt dat als niet op tijd wordt betaald, die kosten dan worden verhoogd met de wettelijke rente;
6.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.P.M. Hennekens, C. Bakker en J.G.J. Rinkes, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 19 november 2024.

Voetnoten

2.HvJ EU 4 maart 2020, ECLI:EU:C:2020:156 (Equivalenza), punt 57-60.
3.HR 4 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3477 (LMR Advocaten).
4.HR 19 februari 2021 ECLI:NL:HR:2021:269 (Dairy Partners).
5.HR 1 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:542.
6.HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853.