Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
Vackrachten enkele varianten daarop. Hierover hebben partijen ook in kort geding geprocedeerd. Toen kreeg Kracht Recruitment van de voorzieningenrechter gelijk. Kracht Recruitment is dat vonnis ten uitvoer gaan leggen, maar in hoger beroep oordeelde het hof anders en wees haar vorderingen af. Vervolgens is Kracht Recruitment de onderhavige bodemprocedure begonnen. Er spelen drie vragen. Ten eerste is de vraag of Vakkracht met haar gebruik van Vackracht, vackracht.nl, Vakkracht en vakkracht.nl inbreuk maakt op de beeldmerken van Kracht Recruitment. Ten tweede is de vraag of Vakkracht met dit gebruik inbreuk maakt op de handelsnaam/handelsnamen van Kracht Recruitment. Ten derde is de vraag of Kracht Recruitment juist een schadevergoeding aan Vakkracht moet betalen omdat Kracht Recruitment Vakkracht op basis van het kortgedingvonnis heeft verboden de tekens Vackracht en vackracht.nl te gebruiken.
3.De feiten
4.De procedure bij de rechtbank en het hof
5.Het oordeel van het hof
BVIE) eerst de bevoegdheid van de aangezochte rechter uitdrukkelijk vaststellen. Aangezien de gestelde inbreuk op het merkenrecht op het internet en daarmee ook in het arrondissement Gelderland heeft plaatsgevonden, was de rechtbank bevoegd om van de merkenrechtelijke vorderingen in dit geschil kennis te nemen. Om dezelfde reden is ook het hof bevoegd om de merkenrechtelijke vorderingen in deze zaak te behandelen. Partijen hebben op dit punt overigens ook niet iets anders bepleit.
relevante publiekbestaat in dit geval uit werkzoekenden en werkgevers in kort gezegd de bouw en de techniek. Anders dan Kracht Recruitment heeft bepleit en bij gebreke van een nadere onderbouwing van haar stelling op dit punt, neemt het hof niet aan dat het relevante publiek een laag aandachtsniveau heeft. Personen die op zoek zijn naar een baan of juist naar werknemers zullen immers met een zekere aandacht kijken naar het bedrijf dat hierin bemiddelt. Aangenomen kan worden dat het voor deze personen van belang is met wie ze hiervoor in zee gaan. Het hof gaat daarom uit van een normaal aandachtsniveau.
visueleovereenstemming tussen de beeldmerken van Kracht Recruitment en de tekens “vackracht” en “vakkracht”. Dat komt doordat zowel de beeldmerken als de tekens het woordelement “kracht” bevatten. Daarnaast maakt één van de twee beeldmerken van Kracht Recruitment gebruik van zwarte letters van de letters “krach”. Bij het teken “vackracht” zijn de letters “kracht” (in ieder geval in het verleden) ook zwart geweest.
auditiefis er enige mate van overeenstemming, opnieuw vanwege het gebruik van het element “kracht” in de beeldmerken en de tekens. Tegelijkertijd leidt het gebruik van het voorvoegsel “vac” of “vak” en het achtervoegsel “Recruitment” auditief tot een aanmerkelijk verschil. Hierdoor is immers sprake van een verschil in de volgorde van de woordelementen en een verschil in lettergrepen. Verder ligt hierdoor de nadruk ook anders, namelijk bij de merken op “kracht” en bij de tekens op “vak”.
soortgelijke dienstenals die waarvoor de beeldmerken van Kracht Recruitment onder meer zijn ingeschreven. Beide bedrijven houden zich immers bezig met het vinden van personeel voor derden. Vakkracht heeft naar voren gebracht dat zij uitsluitend een uitzendbureau is en dat Kracht Recruitment aan arbeidsbemiddeling en werving en selectie van personeel doet. Een dergelijk verschil doet echter niet wezenlijk af aan de soortgelijkheid van de diensten. Kracht Recruitment heeft overigens gemotiveerd aangevoerd dat Vackracht ook aan arbeidsbemiddeling en detachering doet en daarvoor gewezen op een LinkedIn-pagina van Vakkracht (waarin hiervan melding wordt gemaakt) en op een vacature voor een consultant arbeidsbemiddeling op de website van Vakkracht.
normaal onderscheidend vermogen. Daarbij weegt ook mee dat Kracht Recruitment heeft onderbouwd dat zij met haar marketingactiviteiten enige bekendheid heeft opgebouwd in de markt voor het vinden van personeel voor derden in de bouw en de techniek. Dat dit tot meer dan een normaal onderscheidend vermogen heeft geleid, heeft zij echter onvoldoende onderbouwd.
Hnw) is het verboden een handelsnaam te voeren die, voordat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig werd gevoerd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, indien dientengevolge, gelet op de aard en plaats van beide ondernemingen, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is. Op grond van artikel 5a Hnw is het verboden een handelsnaam te voeren, die het merk bevat, dan wel een aanduiding die van dat merk slechts in geringe mate afwijkt, voor zover dientengevolge bij het publiek verwarring omtrent de herkomst van de waren te duchten is.
Rv). Om de redelijkheid en evenredigheid van de opgevoerde kosten te kunnen beoordelen, wordt aansluiting gezocht bij het document Indicatietarieven in IE-zaken gerechtshoven (versie april 2017). De daarin vermelde tarieven worden geacht redelijk en evenredig te zijn. Onderhavige zaak valt naar het oordeel van het hof onder de categorie eenvoudige bodemzaak met een maximumtarief van € 8.000,-. Hoewel Vakkracht een declaratie heeft overgelegd die dit bedrag overstijgt, heeft ze op de mondelinge behandeling verzocht aan te sluiten bij het tarief voor een eenvoudige bodemzaak. Kracht Recruitment heeft tegen de overgelegde declaraties of het bepleite tarief geen argumenten naar voren gebracht. Het hof komt daarom tot een toewijzing van € 8.000,- aan salaris advocaat.