Uitspraak
[verzoeker],
[verweerster],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 17 april 2024;
- de memorie van grieven van 4 juni 2024;
- de memorie van antwoord van 13 augustus 2024.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is gebracht, gaat het om een burenruzie tussen twee partijen over een boom in de voortuin van de verweerster. De verzoeker, die in hoger beroep is gegaan, heeft eerder bij de rechtbank Midden-Nederland een vordering ingesteld om de overhangende takken van de boom te laten snoeien. De rechtbank heeft deze vordering afgewezen, wat de verzoeker heeft doen besluiten om in hoger beroep te gaan. De procedure in hoger beroep omvatte een dagvaarding, een memorie van grieven en een memorie van antwoord. De kern van het geschil draait om de vraag of de verweerster verplicht kan worden om de takken van haar boom die over de erfgrens hangen, te snoeien. De verzoeker heeft een boete geëist voor het niet naleven van deze verplichting. Het hof heeft vastgesteld dat de verweerster de boom in mei 2023 heeft teruggesnoeid, maar dat dit pas gebeurde na verzoek van de verzoeker. Het hof heeft geoordeeld dat de verzoeker een redelijk belang heeft bij het vrijhouden van zijn toegangspad van overhangende takken. Het hof heeft de vordering van de verzoeker gedeeltelijk toegewezen en de verweerster veroordeeld om de boom jaarlijks terug te snoeien tot aan de erfgrens, met een dwangsom van € 50,- per dag bij niet-naleving. De kosten van de procedure in hoger beroep worden door beide partijen zelf gedragen. Het arrest is uitgesproken op 29 oktober 2024.