Uitspraak
1.[appellant]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak hebben appellanten hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, dat op 18 januari 2023 is uitgesproken. De procedure betreft de bevoegdheid van de rechtbank Gelderland om kennis te nemen van vorderingen van appellanten tegen de Staat der Nederlanden, die betrekking hebben op dwangsommen opgelegd door de voorzieningenrechter in een eerder kort geding. De appellanten, die door de Belastingdienst zijn geïdentificeerd als rekeninghouders bij de KB-Lux bank, hebben in het verleden ontkend een bankrekening bij deze bank te hebben. Dit leidde tot verschillende juridische procedures, waaronder een kort geding in 2013 waarin de voorzieningenrechter een dwangsom heeft opgelegd voor het niet voldoen aan informatieverplichtingen. De appellanten hebben in een bodemprocedure bij de rechtbank Gelderland gevorderd dat voor recht wordt verklaard dat zij geen dwangsommen zijn verschuldigd en dat het gelegde beslag moet worden opgeheven. De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard, wat de aanleiding vormde voor het hoger beroep. Het hof oordeelt dat de rechtbank Gelderland terecht niet bevoegd is, omdat de bevoegdheid om een dwangsom te matigen exclusief toekomt aan de rechter die de dwangsom heeft opgelegd. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt appellanten tot betaling van proceskosten.