Uitspraak
1.Loon- en Aannemingsbedrijf [appellante1] V.O.F.,
Loon- en Aannemingsbedrijf [appellante1],
Aeres Tech,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
1 augustus 2023 overgelegde procesdossier dat is aangevuld met voormeld proces-verbaal.
2.De kern van de zaak
30 maart 2020 door het invullen van een online aanmeldingsformulier op de website van Aeres Tech aangemeld voor de BBL-opleiding ‘Allround monteur mobiele werktuigen
niveau 3’ (hierna: de BBL-opleiding).
Afsluitende vragen’ het volgende vermeld:
Op de opleiding zijn investeringsvoorwaarde van toepassing. Deze kunt uhierdownloaden. De investeringsvoorwaarden dienen ondertekend en geüpload te worden.
‘Investeringsvoorwaarden BBL Opleidingen’ die Aeres Tech hanteert staat onder meer het volgende vermeld:
‘
Investering bij Aeres Tech voor de BBL (Beroeps Begeleidende Leerweg) opleidingen.[…]* Allround technicus mobiele werktuigen (niveau 3) duur 3 jaar[…]De investering in de BBL bij Aeres Tech bedraagt € 9.204,- per leerjaar, dit bedrag wordt in twee halfjaarlijkse termijnen gefactureerd, € 4.602,- bij de start van de opleiding (september) en € 4.602,- na een half opleidingsjaar (januari).De opleiding wordt in 8 blokken van 5 aaneengesloten dagen per leerjaar gegeven. Naast de technische vakken geeft Aeres Tech ook de generieke vakken zoals: Nederlands, rekenen, Engels, Duits en loopbaan en burgerschap.
ondergetekenden’vermeld:
Student’
Leerbedrijf’ en
Stichting Regionaal Opleidingen Centrum Aventus te Apeldoorn’,
Student’ de gegevens van [de werknemer] staan vermeld en onder het titelblok ‘
Leerbedrijf’ de gegevens van Loon- en Aannemingsbedrijf [appellante1] . Onder het titelblok ‘
Stichting Regionaal Opleidingen Centrum Aventus te Apeldoorn’ staan in de linkerkolom de volgende gegevens vermeld: .
Team: Landbouwtechniek
Naam instelling: Stichting Regionaal Opleidingen Centrum Aventus
namens de onderwijsinstelling’ door [naam3] te Apeldoorn. Ook [de werknemer] heeft de bpv-overeenkomst ondertekend.
‘
Door ondertekening van dit document komen de partijen overeen:- Dat de student de BPV uitvoert bij het leerbedrijf.
- een factuur met nummer 2002932 van 1 oktober 2020 voor € 5.568,42, met als omschrijving ‘
BBL tarief schooljaar 2020-2021 1e termijn’;
BBL tarief schooljaar 2020-2021 2e termijn’.
€ 1.100,- en op 15 februari 2021 nogmaals € 1.100,- aan Aeres Tech betaald op de factuur met nummer 2002932.
3.De vorderingen en grieven van partijen
€ 2.200,-, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, te rekenen vanaf de datum van betekening van het vonnis, met veroordeling van Aeres Tech in de kosten van de procedure.
4.De beoordeling van de vordering en de grievenInleiding
Totstandkoming overeenkomst
namens het bedrijf’ – Aeres Tech heeft niet gesteld dat het vinkje daadwerkelijk is gezet – is dat door [de werknemer] gedaan en niet door een bevoegde vertegenwoordiger van Loon- en Aannemingsbedrijf [appellante1] , zodat Loon- en Aannemingsbedrijf [appellante1] daar niet aan is gebonden. Het dient in dat geval voor risico van Aeres Tech te komen dat het vinkje kon worden gezet door iemand anders dan een (bevoegd) vertegenwoordiger van het bedrijf. Dat de aanmelding vervolgens door Aeres Tech in een
e-mail van 5 augustus 2020 is bevestigd aan [de werknemer] als geadresseerde, met Loon- en Aannemingsbedrijf [appellante1] in de cc, maakt dat niet anders.
Algemene voorwaarden beroepspraktijkvormingsovereenkomst’ die op de website van Aventus zijn te vinden. Verder staat in de bpv-overeenkomst vermeld dat bij tussentijdse wijzigingen Aventus een wijzigingsblad zal uitgeven. Het enkele feit dat in de bpv-overeenkomst is opgenomen dat het gaat om het team Landbouwtechniek, met daarbij vermeld het adres en telefoonnummer van Aeres Tech, alsook het feit dat de overeenkomst uitsluitend is gewisseld tussen Aeres Tech en Loon- en Aannemingsbedrijf [appellante1] , maakt niet dat Loon- en Aannemingsbedrijf [appellante1] had moeten begrijpen dat zij contracteerde met Aeres Tech. Voor zover Aeres Tech in dit verband aanvoert dat Loon- en Aannemingsbedrijf [appellante1] vaker met Aeres Tech heeft gecontracteerd en dat daarom voor haar duidelijk moet zijn geweest dat ook nu Aeres Tech de contractspartij was, volgt het hof haar daarin niet, temeer omdat het daarbij niet om met de BBL-opleiding van [de werknemer] vergelijkbare opleidingen ging. Ook het feit dat de heer [naam1] van Aeres Tech met enige regelmaat op het bedrijf kwam, betekent op zichzelf nog niet dat Loon- en Aannemingsbedrijf [appellante1] had moeten begrijpen dat zij een overeenkomst met Aeres Tech had gesloten. Niet duidelijk hoeft immers te zijn geweest in welke hoedanigheid de heer [naam1] die bezoeken bracht. Daarover is door Aeres Tech onvoldoende gesteld. Het blijven faciliteren van de BBL-opleiding van [de werknemer] na ontvangst van de eerste facturen is in de gegeven omstandigheden ook onvoldoende om aan te nemen dat, zoals Aeres Tech stelt, alsnog stilzwijgend met haar een overeenkomst tot stand is gekomen.
Uit de bpv-overeenkomst – en de daarin van toepassing verklaarde ‘
Algemene voorwaarden beroepspraktijkvormingsovereenkomst’ – vloeit anders dan Aeres Tech stelt evenmin een betalingsverplichting voort. In de bpv-overeenkomst zijn afspraken gemaakt over de beroepspraktijkvorming, maar niet over de betaling van de kosten van de opleiding.
Conclusie
5.De beslissingHet hof:
€ 109,33 aan explootkosten,
9 april 2024.