ECLI:NL:HR:2009:BH9284
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van vertegenwoordigingsbevoegdheid bij bemiddeling door makelaar in onroerend goed
In deze zaak heeft [eiser] Makelaardij Sneek gedagvaard voor de rechtbank Leeuwarden, waarbij hij primair een schadevergoeding van € 132.252,30 en subsidiair € 36.177,30 vorderde, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft Makelaardij Sneek bij eindvonnis van 1 februari 2006 veroordeeld tot betaling van € 126.110,40. Makelaardij Sneek heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden, dat op 20 juni 2007 de eerdere vonnissen heeft vernietigd en de vordering van [eiser] heeft afgewezen. [Eiser] heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof.
De Hoge Raad heeft zich in deze zaak gebogen over de vraag of de makelaar, die was ingeschakeld voor de bemiddeling bij de verkoop van een onroerend goed, als gevolmachtigde kon worden beschouwd. De Hoge Raad oordeelde dat een opdracht aan een makelaar tot bemiddeling bij de verkoop van een pand geen volmacht inhoudt tot het sluiten van een koopovereenkomst. Dit betekent dat de makelaar niet de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid wekt. De Hoge Raad concludeerde dat [eiser] niet mocht afleiden dat de makelaar gemachtigd was om een koopovereenkomst te sluiten, enkel op basis van de mededeling dat het bod was geaccepteerd.
De Hoge Raad heeft het beroep van [eiser] verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Makelaardij Sneek zijn begroot op € 3.856,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest benadrukt de noodzaak voor partijen om duidelijkheid te scheppen over de vertegenwoordigingsbevoegdheid bij onderhandelingen en het sluiten van overeenkomsten, vooral in de context van de rol van makelaars in onroerend goed transacties.