Uitspraak
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
In week 25/26 moet tussen 5km en 6km aanwezig zijn op het werk (…)”. Dit is een voldoende bepaalde termijn, in de zin dat partijen het erover eens zijn dat er minimaal 5km aan lijngoten uiterlijk aan het eind van week 26 (dat is 28 juni 2015) door Jura geleverd moest zijn. Aswebo heeft bij e-mail van 21 mei 2015, refererend aan besprekingen van 18 mei 2015, aan Jura te kennen gegeven dat zij minder lijngoten zou afnemen. Uiteindelijk is ongeveer 2.300 meter minder afgenomen dan was voorzien in de overeenkomst.
desgevallend via een partijkeuring door KIWA op de werf zoals vermeld in uw mail van 15/4/2015”. Aan deze afspraak is ook uitvoering gegeven. Er heeft op 6 mei 2015 een – succesvolle – partijkeuring door KIWA plaatsgevonden, en op 28 mei 2015 is het KOMO-certificaat verleend voor alle lijngoten. Daarmee heeft Jura voldaan aan haar contractuele verplichting. Het hof betrekt hier nog bij dat de KOMO-certificering gereed was voordat Aswebo tot het plaatsen van de geleverde lijngoten over zou gaan (zie het besprekingsverslag van 27 februari 2015: “
Start plaatsen goten 29 mei (eind wk22)”). Volgens Aswebo heeft zij Jura een veel te hoge prijs betaald omdat de geleverde lijngoten de waarde van goten zonder KOMO-certificaat hadden, maar dat klopt gelet op het voorgaande dus niet. Een grondslag voor vermindering van de koopprijs en de gestelde onverschuldigde betaling ontbreekt dan ook.
mogelijkschade heeft geleden. De verwijzing naar de schadestaatprocedure is door Aswebo tevergeefs in cassatie bestreden. Het hof zal Aswebo veroordelen tot betaling van schadevergoeding aan Jura, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.