Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[vestigingsplaats](hierna: belanghebbende)
Belastingdienst/Centrale administratieve processen(hierna: de Inspecteur).
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 november 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [belanghebbende] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 20 mei 2022. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de belasting op personenauto’s en motorrijwielen (BPM) die aan belanghebbende was opgelegd. De naheffingsaanslag was oorspronkelijk vastgesteld op € 1.401, maar na bezwaar door de Inspecteur verlaagd tot € 1.122. Belanghebbende heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij zij betwistte dat de naheffingsaanslag terecht was vastgesteld en voorts dat de rechtbank de proceskostenvergoeding onjuist had vastgesteld.
Tijdens de zitting op 12 september 2023 heeft belanghebbende betoogd dat de taxateur van de dienst Domeinen Roerende Zaken (DRZ) ondeskundig en niet onafhankelijk was, en dat de Inspecteur in strijd met de Algemene wet bestuursrecht heeft gehandeld. Het Hof heeft echter geoordeeld dat de Inspecteur vrij is om een deskundige van zijn keuze in te schakelen en dat er geen reden is om te twijfelen aan de deskundigheid van de taxateur van DRZ. Het Hof heeft de stelling van belanghebbende dat de taxateur niet onafhankelijk is verworpen.
Het Hof heeft verder geoordeeld dat belanghebbende niet in haar bewijsvoering is geslaagd met betrekking tot de meer dan normale gebruiksschade aan het voertuig. De Inspecteur had een taxatierapport overgelegd waaruit bleek dat de geconstateerde schade slechts normale gebruiksschade betrof. Het Hof heeft de naheffingsaanslag uiteindelijk verminderd tot € 892 en de proceskostenvergoeding van de rechtbank verhoogd naar € 1.674. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd, evenals de uitspraak op bezwaar van de Inspecteur.