Uitspraak
1.[appellant1] ,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
De Schuldeiser heeft op 23-08-2016 ter leen verstrekt aan de schuldenaar, gelijk de schuldenaar ter leen ontvangen van schuldeiser in cash de som van 3.000.000€(zegge: driemiljoeneuro).”
Gedurende het document-technische onderzoek is vastgesteld dat de betwiste handtekening niet op het litigieuze document is gemonteerd door toepassing van listige kunstgrepen, zoals knippen, plakken, printen, fotokopiëren, scannen, bewerken met een fotobewerkingsprogramma en dergelijke.” en: “
Op basis van het uitgevoerde onderzoek aan de hand van het beschikbaar gestelde materiaal dient te worden geconcludeerd dat er geen grond voor twijfel bestaat met betrekking tot de echtheid van de betwiste handtekening. De betwiste handtekening dient, op grond van de verkregen onderzoeksresultaten, met een zeer hoge mate van waarschijnlijkheid te worden aangemerkt als een handtekening afkomstig van de hand van de heer [de directeur] .” Namens [de inleners] is bij de mondelinge behandeling in hoger beroep verklaard dat zij niet langer betwisten dat de handtekening van [de directeur] is, althans dat die handtekening “geacht moet worden van [de directeur] te zijn”.
Het is nooit voorgekomen dat ik handtekeningen zette op een blanco papier, zodat dat makkelijk gebruikt zou kunnen worden. Ook niet op het briefpapier dat wij samen hadden. Dat briefpapier wordt al 20 jaar niet meer gebruikt. Ik heb dus nooit een handtekening op blanco briefpapier gezet.” en: “
Op de vragen van mr. Van Lingen verklaar ik als volgt: (…) Met de opmerking dat ik nooit een blanco papier heb ondertekend, bedoel ik inderdaad te zeggen dat ik nooit leeg briefpapier, al dan niet met logo van onze B.V., dus zonder tekst, door middel van mijn handtekening heb ondertekend.” Daarmee faalt dit verweer. Bij de mondelinge behandeling in hoger beroep hebben [de inleners] verder nog aangevoerd dat de tekst boven de handtekening mogelijk is veranderd. Dat verweer hebben [de inleners] echter te laat aangevoerd en is overigens op geen enkele manier onderbouwd.