Uitspraak
wonende te [woonplaats 1] , Turkije,
eiseres van de vordering,
verweerster op de tegenvordering,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat mr. H. van Lingen,
1.[verweerder sub 1] ,wonende te [woonplaats 2] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerster sub 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweerders op de vordering,
eisers van de tegenvordering,
hierna samen te noemen: [verweerder sub 1] c.s.,
advocaat mr. J. van Weerden.
1.De procedure
- de procesinleiding,
- de producties 1 tot en met 10 van [eiseres] ,
- het verweerschrift met een tegenvordering,
- de producties 1 tot en met 3 van [verweerder sub 1] c.s.,
- het verweerschrift op de tegenvordering,
- de akte van depot van 6 december 2019 van [eiseres] ,
- de brief van mr. Van Lingen van 30 december 2019 met producties 11 tot en met 14,
- de brief van mr. Van Weerden van 13 januari 2020 met producties 1 tot en met 5,
- de mondelinge behandeling op 17 januari 2020, waarvan aantekening is gehouden,
- de pleitnota van [eiseres] .
2.Het geschil
Waar gaat het om?
3.De beoordeling
van de vordering
4.De beslissing
20 maart 2020de gelegenheid heeft om een bericht in te dienen waarmee zij kan aangeven óf zij bewijs wil leveren en zo ja, op welke wijze zij dat wil doen,
getuigen, zij in dat bericht de getuigen moet opgeven en de verhinderdagen van partijen, hun advocaten en de getuigen in de maanden april tot en met juni 2020, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
schriftelijke stukken, zij in dat bericht moet opgeven welke stukken, waarna de dag waarop die stukken in het geding moeten worden gebracht zal worden bepaald,