Uitspraak
[appellant]te noemen en
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerden]
[geïntimeerde1]en
[geïntimeerde2]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
3.13 Tussen partijen staat vast dat [appellant] - afgezien van de mogelijkheid dat sprake is van een rechtvaardigingsgrond - een onrechtmatige daad heeft gepleegd jegens [geïntimeerde1] . [appellant] beroept zich in deze zaak op noodweer. Als daarvan sprake is, wordt de onrechtmatigheid van zijn daad weggenomen. In dat geval is er namelijk een bijzondere bijkomende omstandigheid, die de gedraging in de gegeven situatie rechtvaardigde. Daarnaast voert [appellant] aan dat sprake is geweest van noodweerexces. Schulduitsluitingsgronden, zoals noodweerexces, maken dat de dader niet verweten kan worden dat hij onrechtmatig heeft gehandeld. Het onrechtmatig handelen kan dan niet aan hem worden toegerekend.
Nou ik heb ik ben terug gegaan ik dacht van weetje ik ga verhaal halen want ik ben het zat. Ik loop naar toe, hij loopt naar buiten ik steek hem gelijk neer’. Verder betreft het een proces-verbaal van bevindingen, waarin de verbalisant aangeeft dat ter hoogte van perceelnummer 24 aan [adres] te [woonplaats2] een man op de stoep aan het bellen was. De verbalisant zou de persoon hebben gevraagd of hij wist wat er aan de hand was en of hij had gebeld, waarop de man, die [appellant] bleek te zijn, zei: ‘
Ja, ik heb hem gestoken.’ Onderweg naar het bureau hoorde de verbalisant de verdachte (hof: [appellant] ) zeggen: ‘
Ik wilde verhaal bij [geïntimeerde1] gaan halen. Ik heb toen een mes gepakt want [geïntimeerde1] had vorige keer een mes en toen moest jouw collega [naam2] een waarschuwingsschot lossen om hem bij me weg te houden. Ik ben naar zijn deur gelopen en [geïntimeerde1] deed open. Hij kwam op mij af en ik wist niet zeker of hij wel of niet een mes had. Toen stak ik hem’. Van - dreiging van - een ‘ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding’ door [geïntimeerde1] en een ‘noodzakelijke verdediging’ door [appellant] was dus geen sprake. Het beroep op noodweer wijst het hof dan ook af. Voor nadere bewijslevering is geen plaats.