ECLI:NL:GHARL:2022:5152
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- H.L. Wattel
- M.S.A. van Dam
- Ö. Sari
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de beschikking van de rechtbank inzake verzoek om voorlopig getuigenverhoor
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 25 november 2021, waarin het verzoek van [verzoeker] om een voorlopig getuigenverhoor werd afgewezen. De appellant, [verzoeker], heeft geen belang bij het verzoek omdat de vordering waarop het getuigenverhoor is gericht, geen kans van slagen heeft. Dit is te wijten aan het gezag van gewijsde van een eerder arrest van het hof Amsterdam, dat de rechtsgeldigheid van een vaststellingsovereenkomst tussen partijen bevestigde. De rechtbank had eerder de zaak verwezen naar de rechtbank Amsterdam, waar verschillende procedures en verzoeken zijn behandeld, waaronder een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor dat door de rechtbank werd afgewezen. Het hof heeft vastgesteld dat de vordering van [verzoeker] niet kan slagen, omdat deze is gebaseerd op dezelfde rechtsbetrekking die eerder is behandeld en afgewezen. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van Rochdale om [verzoeker] te veroordelen in de werkelijke proceskosten af, maar kent wel een vergoeding toe op basis van het liquidatietarief. De uitspraak benadrukt het belang van het gezag van gewijsde en de voorwaarden waaronder een voorlopig getuigenverhoor kan worden toegewezen.