Uitspraak
[appellant],
1.Swifterwint B.V.,
Swifterwint,
Swifterwint op Land,
Swifterwint c.s.,
1.De procedures bij de voorzieningenrechter
9 april 2021 in de zaak 518275 (KG 2) [2] . Beide vonnissen zijn door de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, gewezen.
2.De procedures bij het hof
- de dagvaarding in hoger beroep van 24 december 2020,
- de memorie van grieven met producties 1 en 2 van [appellant] ,
- de memorie van antwoord van Swifterwint c.s. met producties 26 tot en met 29.
- de dagvaarding in hoger beroep van 27 mei 2021,
- de memorie van grieven met productie 1 van [appellant] ,
- de memorie van antwoord van Swifterwint c.s. met producties 29 tot en met 31.
4.De relevante feiten en de beslissingen van de voorzieningenrechter
€ 5.000.000,- (vijf miljoen euro) per schending en EUR 10.000,- per dag of deel van een dag dat deze schending voortduurt.
4 oktober 2018.
5.De beoordeling van de grieven
grief 1 in HB 1).
grief IV in HB 1en
grief II in HB 2). Aan het verweer van [appellant] ligt ten grondslag dat hij zich tegenover Swifterwint c.s. rechtstreeks kan beroepen op de bepalingen van de SMB-richtlijn, in het bijzonder de daarin voorgeschreven milieubeoordeling.
De grieven II en III in HB 1en
grief I in HB 2, die zich richten tegen het processuele oordeel van de voorzieningenrechter dat het verweer van [appellant] alleen al moet worden afgewezen omdat hij de vernietigbaarheid van de overeenkomsten niet heeft ingeroepen, behoeven gelet op de materiële afwijzing van de gestelde wilsgebreken geen verdere inhoudelijke behandeling.
grief III in HB 2). Volgens [appellant] kunnen beide molens tegelijkertijd draaien. Daarbij betwist [appellant] dat het geplande tracé van de aansluitkabels van de nieuwe molen onder de funderingsvoet van de oude, inmiddels verwijderde, molen loopt. Swifterwint c.s. bestrijden dit. Zij wijzen op de in eerste aanleg overgelegde situatietekening. Swifterwint c.s. stellen daarnaast dat de oude windmolen ook vanuit planologisch oogpunt verwijderd diende te worden. [appellant] heeft zich bovendien contractueel verplicht om de oude windmolen conform het saneringsplan op uiterlijk 30 juni 2021 te verwijderen. Swifterwint c.s. wijzen er verder op dat alle andere bestaande windmolens voor die tijd zijn verwijderd. Zij betwisten dan ook dat de in KG 2 opgelegde termijnen voor verwijdering voor hem niet reëel en haalbaar zouden zijn, zoals [appellant] stelt.