Uitspraak
1.Lounge Bar Music Dance B.V.,
Lounge Bar,
[appellante2],
[appellante3],
Lounge Bar c.s.,
[geïntimeerde],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, gaat het om een geschil tussen Lounge Bar Music Dance B.V. en de verhuurder over de huurpenningen, boetes en kosten die verschuldigd zijn. De zaak is ontstaan na een huurovereenkomst die in 2018 werd gesloten, waarbij de ingangsdatum van de verplichtingen van de huurder onderwerp van discussie is. Het hof heeft de feiten en de eerdere uitspraken van de kantonrechter in overweging genomen, waarbij het hof de uitleg van de huurovereenkomst heeft beoordeeld aan de hand van de Haviltex-maatstaf. Het hof concludeert dat de verplichtingen van de huurder zijn ingegaan op het moment dat de huurder redelijkerwijs in staat moest worden geacht over de benodigde vergunningen te beschikken. De kantonrechter had eerder vastgesteld dat de huurverplichtingen ingingen op 1 september 2018, wat het hof bevestigt. De vordering van de verhuurder tot betaling van achterstallige huur en boetes is toegewezen, en het hof heeft de grieven van de huurder verworpen. De uitspraak van de kantonrechter is bekrachtigd, en de huurder is veroordeeld in de proceskosten.