Uitspraak
[appellant],
in diens hoedanigheid van curator in het faillissement van Beryl Personeel B.V.,
de curator,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aansprakelijkheid van [appellant], een bestuurder van failliete vennootschappen, voor onbetaalde facturen van Beryl Personeel B.V. De curator van Beryl had [appellant] aangesproken op grond van bestuurdersaansprakelijkheid en contractuele aansprakelijkheid. De rechtbank had [appellant] eerder veroordeeld tot betaling van € 134.058,20, maar [appellant] ging in hoger beroep. Het hof oordeelde dat [appellant] in de gegeven omstandigheden een reddingspoging had mogen doen en dat er geen persoonlijk ernstig verwijt aan hem kon worden gemaakt. Het hof concludeerde dat de curator onvoldoende had onderbouwd dat [appellant] onrechtmatig had gehandeld of dat hij de schijn van kredietwaardigheid had opgehouden. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en wees de vordering van de curator af, waarbij het ook oordeelde dat [appellant] recht had op terugbetaling van eerder betaalde bedragen. De kosten van de procedure werden toegewezen aan de curator, die als in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt.