Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
20 april 2021 (gerectificeerd 6 mei 2021)
[Z](hierna: belanghebbende) en
inspecteurvan de
Belastingdienst(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
- Auto 1: 19 mei 2016
- Auto 2: 1 februari 2016
- Auto 3: 29 maart 2016
- Auto 4: 1 december 2015
- Auto 5: 29 juni 2015
- Auto 1: 1 juli 2017
- Auto 2: 16 juni 2017
- Auto 3: 29 december 2016
- Auto 4: 8 november 2016
- Auto 5: 29 oktober 2016
3.Het geschil
4.Beoordeling van het geschil
.
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart het hoger beroep van de Inspecteur ongegrond,
- verklaart het hoger beroep van belanghebbende gegrond,
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissingen omtrent de proceskosten en het griffierecht,
- verklaart de beroepen bij de Rechtbank gegrond,
- vernietigt de uitspraken op bezwaar,
- vermindert de naheffingsaanslag tot een naheffingsaanslag ten bedrage van € 1.887,
- vermindert de beschikking inzake de belastingrente dienovereenkomstig,
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ter zake van het hoger beroep, vastgesteld op € 2.403, en
- gelast de Inspecteur aan belanghebbende te vergoeden het door haar voor het hoger beroep betaalde griffierecht van € 519.
- gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende het in de zaak met nummer 19/01468 bij de Rechtbank betaalde griffierecht van € 345 aan belanghebbende vergoedt.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).