ECLI:NL:GHARL:2020:7600

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
22 september 2020
Publicatiedatum
23 september 2020
Zaaknummer
200.260.310
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolg op eerdere uitspraak inzake dekking autoverzekering en geënsceneerde aanrijding

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, betreft het een hoger beroep over de weigering van dekking door de autoverzekering van ASR Schadeverzekering N.V. De zaak is een vervolg op een eerdere uitspraak van het hof, ECLI:NL:GHARL:2020:3938, en heeft betrekking op een mogelijk geënsceneerde aanrijding. Het hof is ambtshalve bekend met een andere zaak die ook door het hof is behandeld, waarin gedeeltelijk dezelfde betrokkenen een rol spelen. Het hof vraagt partijen om zich uit te laten over de betekenis van deze eerdere uitspraak voor het huidige geschil. De appellante, vertegenwoordigd door mr. Ü. Arslan, heeft haar standpunt in een akte naar voren gebracht, terwijl ASR, vertegenwoordigd door mr. E.J.A.A. van Dal, ook een akte heeft ingediend. Het hof heeft besloten om beide partijen de gelegenheid te geven om zich uit te laten over de eerdere uitspraak en de relevantie daarvan voor het huidige geschil. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 20 oktober 2020 voor het nemen van een akte door ASR, waarbij het hof verder iedere beslissing aanhoudt. De uitspraak is gedaan op 22 september 2020 en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.260.310
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, 6427356)
arrest van 22 september 2020
in de zaak van
[appellante],
wonende te [A] ,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres in conventie, gedaagde in reconventie,
hierna: [appellante] ,
advocaat: mr. Ü. Arslan,
tegen:
de naamloze vennootschap
ASR Schadeverzekering N.V.,
gevestigd te Utrecht
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
hierna: ASR,
advocaat: mr. E.J.A.A. van Dal.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het hof verwijst naar het tussenarrest van 19 mei 2020.
1.2
Het verdere verloop blijkt uit:
- de akte van [appellante] (met productie); en
- de akte van ASR.

2.De verdere beoordeling in hoger beroep

2.1
Het hof is ambtshalve bekend met de uitspraak van dit hof van 9 juni 2020, gepubliceerd met kenmerk ECLI:NL:GHARL:2020:4411, in een geschil tussen [B] (in genoemd arrest aangeduid als “appellante” en “verzekerde”) uit Rijswijk tegen Achmea Schadeverzekering. Kort gezegd betreft het een geschil waarin een met aanzienlijke schade geïmporteerde auto door [B] is verzekerd, waarna deze geheel is uitgebrand en schade bij de verzekeraar is geclaimd. Onderdeel van dat geschil betrof de aankoopgeschiedenis van de auto, waarbij ook [C] , “betrokkene 2” in genoemd arrest en aangeduid als de ex-relatie van [B] , is betrokken.
2.2
Het hof zal beide partijen in de gelegenheid stellen zich bij akte uit te laten over bovengenoemd arrest en de betekenis daarvan voor het geschil tussen [appellante] en ASR. Daarbij zal ASR als eerste een akte mogen nemen, gevolgd door [appellante] .
2.3
Het hof zal de zaak daarvoor naar de hierna te noemen rol verwijzen.

3.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
verwijst de zaak naar de rol van 20 oktober 2020 voor het nemen van een akte door ASR zoals in rechtsoverweging 2.2 overwogen,
houdt verder iedere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. C.G. ter Veer, L. Janse en M.S.A. van Dam en is bij afwezigheid van de voorzitter ondertekend door de rolraadsheer en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 22 september 2020.