Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure bij de rechtbank
2.De procedure in hoger beroep
- de memorie van grieven van 12 februari 2019, met producties,
- de antwoordakte van Dexia, met producties.
3.De vaststaande feiten
opt-outverklaring in de zin van artikel 7:908 lid 2 BW aangegeven niet aan deze regeling gebonden te willen zijn.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
toevoeging Hof: Hoge Raad 6 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA1725] volgt dat op degene die – zoals SpaarSelect, naar in cassatie veronderstellenderwijs moet worden aangenomen – als beleggingsadviseur optreedt, een bijzondere zorgplicht rust tegenover de cliënt, zulks mede ter bescherming van deze tegen het gevaar van een gebrek aan kunde en inzicht of van lichtvaardigheid. De cliënt mag in beginsel ervan uitgaan dat de dienstverlener (…) die zorgplicht jegens hem naleeft. Hieruit volgt dat de cliënt bij een door de dienstverlener geadviseerde constructie minder snel bedacht hoeft te zijn op (en zich minder snel eigener beweging hoeft te verdiepen in) niet genoemde risico’s dan degene die zich wendt tot een aanbieder van een effectenleaseproduct als bedoeld in het arrest De Treek/Dexia.