Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2],
[geïntimeerde3],
[geïntimeerde4],
[geïntimeerde5],
[geïntimeerde6],
[geïntimeerde7],
[geïntimeerde8],
[geïntimeerde9],
[geïntimeerde10],
[geïntimeerde11],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Stichting Het Utrechts Monumentenfonds (UMF) tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, waarin UMF werd verboden om bij een overdracht van erfpachtrechten van erfpachters een verhoging van de canon als voorwaarde te stellen. De erfpachters, die percelen in [A] in erfpacht hebben, hebben UMF gesommeerd om te verklaren dat bij een verkoop van een erfpachtrecht geen voorwaarden van canonverhoging en indexering aan de toestemming voor overdracht verbonden mogen worden. UMF heeft deze voorwaarden echter als redelijk beschouwd en heeft in hoger beroep de vernietiging van het vonnis van de rechtbank gevorderd. Het hof heeft geoordeeld dat de erfpachtvoorwaarden een uitputtende regeling bevatten voor de wijziging van de canon, en dat het onredelijk zou zijn om een canonverhoging als voorwaarde voor toestemming voor overdracht te stellen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en UMF veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.