Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
27 augustus 2019
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/kantoor Doetinchem(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
7358Hier heb ik twee ‘koerslijsten’ meegestuurd. De eerste is daadwerkelijk het voertuig waar het om gaat (3500 kg). Het betreft hier nu echter een overjarig model. De tweede koerslijst betreft een bijna gelijksoortig voertuig (4000 kg). Deze is duurder dan de eerste. De nieuwprijs van de kampeerwagen in geschil bedraagt nu ongeveer € 100.000. Ik zou normaal gesproken voorstellen om vanuit de eerste koerslijst een correctie toe te passen om tot een waarde voor 2015 te komen en die procentuele afschrijving toe te passen op de nieuwprijs van de kampeerwagen in geschil. Dat komt in dit geval nagenoeg overeen met de afschrijving vanuit de tweede koerslijst. Ik wil dan ook voorstellen om in dit geval de tweede koerslijst te hanteren (nieuwprijs € 100.830, HIW € 71.475).
3.Het geschil en de standpunten van partijen
4.Beoordeling van het geschil
V-N2014/2.18, overwogen:
5.Proceskosten
6.Beslissing
- vernietigt uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissingen omtrent de vergoeding proceskosten en griffierecht;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de naheffingsaanslag tot € 3.656;
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten in hoger beroep aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 1.024, en
- gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende het in hoger beroep van haar geheven griffierecht van € 501 vergoedt.
27 augustus 2019