ECLI:NL:GHSHE:2020:323
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Naheffing BPM voor een ingevoerde tweedehands Ferrari en de bewijslast van de handelsinkoopwaarde
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag BPM die is opgelegd aan belanghebbende voor de invoer van een tweedehands Ferrari. De naheffingsaanslag, oorspronkelijk vastgesteld op € 7.580, werd na bezwaar door de inspecteur verlaagd tot € 3.682. Belanghebbende ging in beroep bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De kern van het geschil betreft de handelsinkoopwaarde van de auto en de bewijslast die daarbij komt kijken. Het Hof oordeelt dat de bewijslast voor de handelsinkoopwaarde in beginsel op de inspecteur rust, maar dat de belanghebbende ook moet aantonen dat de door de inspecteur vastgestelde waarde te hoog is. De inspecteur heeft op basis van negen referentievoertuigen een handelsinkoopwaarde van minimaal € 73.000 aannemelijk gemaakt. Het Hof concludeert dat de belanghebbende niet heeft voldaan aan de bewijslast met betrekking tot de schade aan de auto, waardoor de naheffingsaanslag in stand blijft. De uitspraak van de Rechtbank wordt bevestigd.