Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 27 juni 2014 te [plaats 1] , in de gemeente [gemeente] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [benadeelde] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, meermalen, althans éénmaal, met een vuurwapen op die [benadeelde] heeft/hebben geschoten, waarbij één of meerdere kogel(s) in het lichaam van die [benadeelde] is/zijn gedrongen, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
hij op of omstreeks 27 juni 2014 te [plaats 1] , in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een vuurwapen van categorie II en/of III en/of munitie van categorie II en/of III voorhanden heeft/hebben gehad.
Overwegingen over het bewijs van de feiten
Standpunt advocaat-generaal
Standpunt verdediging
Oordeel hof
hierna: aangever).
(het hof begrijpt: in [plaats 1] ). Op de kleding van aangever, ter hoogte van de buik, zat een grote bloedvlek. Een verbalisant zag voorts dat er op de rechterarm een grote bloedvlek zat. [3] In de ambulance verklaarde aangever dat hij door de daders klemgereden was en dat een van de daders uitgestapt was. Deze dader beschoot aangever met een automatisch wapen. Aangever heeft deze persoon aangereden, waardoor de dader ten val kwam. [4]
“Ja... hij heeft hun genaaid voor heel veel centen. Het is een afrekening geweest. Maar hij heb het zelf niet gedaan hoor [naam 3] (fon). Hij was erbij, hij was de berijder.”Zij heeft hierop tegen de politie gezegd dat dat is wat zij gehoord had en dat ze dat van hem zelf
(het hof begrijpt: medeverdachte [medeverdachte] )gehoord heeft. De getuige heeft voorts verklaard dat medeverdachte [medeverdachte] tegen haar gezegd heeft dat die jongen met zijn benen zo lag, omdat hij was aangereden. [26]
Bewezenverklaring
hij
op of omstreeks27 juni 2014 te [plaats 1] , in de gemeente [gemeente] ,
althans in het arrondissement Midden-Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,opzettelijk en met voorbedachten rade [benadeelde] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, meermalen,
althans éénmaal,met een vuurwapen op die [benadeelde] heeft
/hebbengeschoten, waarbij
één ofmeerdere kogel
(s
)in het lichaam van die [benadeelde]
is/zijn gedrongen, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
hij op
of omstreeks27 juni 2014 te [plaats 1] , in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,een vuurwapen van categorie II
en/of III en
/ofmunitie van categorie II
en/of III voorhanden heeft
/hebbengehad.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Oplegging van straf en/of maatregel
Het beslag
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de nabestaanden van [benadeelde] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vordering van de benadeelde partij (de erfgenamen van [benadeelde] )
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) jaren en 6 (zes) maanden.
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de nabestaanden van [benadeelde] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vordering van de benadeelde partij
€ 22.609,73 (tweeëntwintigduizend zeshonderdnegen euro en drieënzeventig cent) bestaande uit € 15.109,73 (vijftienduizend honderdnegen euro en drieënzeventig cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 22.609,73 (tweeëntwintigduizend zeshonderdnegen euro en drieënzeventig cent) bestaande uit € 15.109,73 (vijftienduizend honderdnegen euro en drieënzeventig cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
148 (honderdachtenveertig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.