Uitspraak
1.Het hoger beroep
2.Onderzoek van de zaak
3.Ontvankelijkheid van het hoger beroep
4.Het vonnis waarvan beroep
5.De tenlastelegging
6.Vormverzuimen
e-mailadressen, aldus de advocaten-generaal.
- (voorbereiding van/poging tot) deelname aan een criminele organisatie;
- (voorbereiding van/poging tot) moord en doodslag;
- (voorbereiding van/poging tot) het teweegbrengen van ontploffingen;
- (voorbereiding van/poging tot) witwassen.
,ECLI:NL:HR:2011:BM6673, NJ 2012/145). Daarnaast hebben de raadslieden naar voren gebracht dat het in de berichten niet alleen ging om zakelijke transacties, maar tevens om privéaangelegenheden. In het onderhavige geval kan als nadeel inderdaad in algemene zin worden genoemd: een inbreuk op de privacy (al stelt verdachte zelf dat hij niet aan de in beslag genomen communicatie heeft deelgenomen). Ook dit nadeel dient echter aanzienlijk te worden gerelativeerd. Zoals reeds overwogen heeft de verkregen communicatie voor het overgrote deel betrekking op strafbaar handelen, zodat met het kennisnemen van deze communicatie niet een min of meer compleet beeld van iemands persoonlijke leven wordt verkregen, terwijl in algemene zin bij deze vorm van dataverkrijging altijd in enige mate sprake is van een inbreuk op de privacy. De inbreuk kan dan ook als relatief gering worden bestempeld.
7.Overweging met betrekking tot het bewijs
De bijnamen ' [verdachte] ' en ' [verdachte] ' duiden mogelijk op ' [verdachte] ' en ' [verdachte] '.
De bijnaam ' [verdachte] ' duidt mogelijk op de geringe lengte van verdachte en zijn woonplaats [gemeente] .
De bijnaam [naam] zou kunnen duiden op [naam] [verdachte] , dit is een bekende MotoGP coureur die evenals verdachte een geringe lengte heeft, namelijk 1.58 meter.
De bijnaam ' [naam] ' duidt vermoedelijk op het snoepje van het merk [verdachte] . [35]
- de periode van 22 september 2015 tot en met 19 april 2016 gebruikmaakte van
- de periode van 5 april 2016 tot en met 31 mei 2016 gebruikmaakte van e-mailadres [e-mailadres 3] .
- de periode van 29 mei 2015 tot en met 14 maart 2016 gebruikmaakte van
de zich in het dossier bevindende versleutelde berichten. Deze verweren zijn al aan de orde gekomen in paragraaf 6.1 van dit arrest. Verdachte heeft voorts ontkend gebruiker te zijn geweest van bovenstaande e-mailadressen. Naar het oordeel van het hof is niet aannemelijk geworden en ook anderszins niet uit stukken in het procesdossier gebleken dat de hierboven genoemde e-mailadressen ten onrechte aan verdachte zijn toegeschreven. Integendeel, het hof is – met name op grond van de inhoud van de berichten, bezien in samenhang met de identificerende en andere bewijsmiddelen – ervan overtuigd dat het verdachte is geweest die de in de bewijsmiddelen opgenomen berichten heeft verstuurd en/of ontvangen.
e-mailberichten in plaats van voormelde e-mailadressen de naam van verdachte vermelden.
Hij had het over ene [verdachte] , ken je die?’. Hierop antwoordde [naam 6] dat zij weet wie [verdachte] is en dat zij zijn nummer heeft. Vervolgens zegt [naam 6] dat zij wel even wat mensen gaat bellen. [43]
‘Ja, hij had het erover ma als je wat nodig heb, moet je [naam 6] maar bellen, dat zei die ook nog tegen mij en dan moet ook vragen of zij contact opneemt met [verdachte] ’. [46] Tot slot wordt de naam [verdachte] in een gesprek tussen [naam 5] en [naam 6] op 12 juli 2014 nog een keer genoemd. De moeder van [veroordeelde 2] vraagt dan aan [naam 6] of zij [verdachte] al heeft kunnen bereiken. Hierop antwoordt [naam 6] dat ze die niet te pakken krijgt. [47]
DNA-profiel van verdachte, eveneens met een matchkans kleiner dan één op één miljard. [55]
DNA-profiel van [veroordeelde 1] , met een matchkans kleiner dan één op één miljard. [64] Van het koordje van de zaklamp werd een DNA-profiel verkregen dat overeenkomt met het
DNA-profiel van verdachte, eveneens met een matchkans kleiner dan één op één miljard. [65]
GBA-bevraging is verder gebleken dat [medeverdachte] vanaf 20 januari 2016 tot en met 30 november 2016 ingeschreven heeft gestaan op het adres [adres] te [plaats 7] . [naam] stond hier al ingeschreven vanaf 12 juni 2014. De adressen [adres] en [adres] liggen circa 450 meter uit elkaar. [80]
- [straatnaam] (straat nabij de woning van [slachtoffer 1] );
- [nummer 1] (een deel van het kenteken van de auto van de stiefdochter van [slachtoffer 1] );
- [nummer 1] (het kenteken van de overbuurman van [slachtoffer 1] ).
Ik leg ze allemaal plat’, ‘
die man verdient mar 1 ding en dat is de telegraaf en geloof mij daar gaat die in belande’, ‘
Maar ik garandeer je bro als die me laat stikke ik hem opknap! En je weet ik dreig niet bro ik doe het!’ en – over de liquidatie op [slachtoffer 2] op [datum] te [plaats 7] :
‘Wij zijn het niet’). De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat deze uitspraken met een korrel zout dienen te worden genomen. Gelet op de in de garageboxen van de criminele organisatie van verdachte aangetroffen goederen volgt het hof dit standpunt niet.
deze[het hof begrijpt: [naam] ]
is nu op de vlucht maar die andere apen zijn nog beschikbaar’, ‘
Heb ook oproepbassis russen als moet, alleen die kennen de weg niet zo goed (…) maar doen werk goed houden bek dicht’ en ‘
Heb nu ook eentje die alle schuld op zich neemt’. Verder geeft verdachte in het gesprek aan ‘dat hij direct werk voor ze heeft’ en ‘dat hij zijn eigen chauffeurs heeft’. Het hof is van oordeel dat het niet anders kan dan dat in dit gesprek wordt gesproken over werk voor schutters. Daarbij neemt het hof mede in aanmerking dat – zoals reeds hiervoor is overwogen – verdachte leider was van een criminele organisatie die ook tot oogmerk had het plegen van moorden, in garageboxen van die organisatie goederen zijn aangetroffen die bij liquidaties worden gebruikt en verdachte in verschillende andere
PGP-berichten (ook) spreekt over het liquideren van mensen.
Ja weet ik al bro heb al gerwgelt. :-) hou ook maar stil zit morgen met ze’.
8.Bewezenverklaring
of omstreeks[datum] te [plaats 2]
, gemeente [gemeente] , althans in het arrondissement Midden-Nederland,tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een
ander ofanderen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 1] van het leven te beroven, meermalen,
althans éénmaal,met een vuurwapen op die [slachtoffer 1]
heeft/hebben geschoten, waarbij
één ofmeerdere kogel
(s
)in het lichaam van die [slachtoffer 1]
is/zijn gedrongen, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
of omstreeks[datum] te [plaats 2]
, gemeente [gemeente] , althans in het arrondissement Midden-Nederland,tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of een of meer van zijn mededader( s )opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 1] van het leven beroofd door met een vuurwapen
één ofmeerdere kogels in het lichaam van die [slachtoffer 1] te schieten, waardoor die [slachtoffer 1] is komen te overlijden.
9.Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
10.Strafbaarheid van de verdachte
11.Oplegging van straf en/of maatregel
Midden-Nederland is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zestien jaren.
12.Toepasselijke wettelijke voorschriften
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) jaren.