Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
4.Beslissing
25 augustus 2020.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 augustus 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een liquidatiepoging die plaatsvond op klaarlichte dag in de woonwijk De Meern in 2014. De verdachte is beschuldigd van medeplegen van poging tot moord en het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Tijdens de procedure in hoger beroep werd een verzoek tot het horen van een getuige afgewezen, en er was onduidelijkheid over de rol van de verdachte op de plaats delict. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft echter ambtshalve de uitspraak van het hof vernietigd voor zover het gaat om de toepassing van vervangende hechtenis bij de schadevergoedingsmaatregel. De Hoge Raad heeft bepaald dat gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast in plaats van vervangende hechtenis. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd, met uitzondering van de vernietiging van de vervangende hechtenis.