Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/kantoor Amsterdam(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de naheffingsaanslagen loonheffingen en de crisisheffing opgelegd aan [X] B.V., een professionele voetbalorganisatie. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen die betrekking hadden op de periodes van 1 maart 2013 tot en met 31 maart 2013 en van 1 maart 2014 tot en met 31 maart 2014, waarin een pseudo-eindheffing hoog loon was begrepen. De rechtbank Gelderland had eerder de uitspraken op bezwaar van de Inspecteur bevestigd, maar de boetebeschikking over 2013 verminderd. In hoger beroep heeft de belanghebbende gesteld dat de crisisheffing niet mogelijk is volgens de wet en dat deze leidt tot een individuele en buitensporige last. Het Hof heeft echter geoordeeld dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een individuele en buitensporige last, en heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. Tevens is de belanghebbende in het gelijk gesteld wat betreft de overschrijding van de redelijke termijn, wat heeft geleid tot een schadevergoeding van € 500. De proceskosten zijn vastgesteld op € 501, en de Inspecteur is veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 503.