Uitspraak
,
de curator,
Aalsmeerse Bloemenshow,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
"Exploitatie van een tuincentrum en de detailhandel in alle artikelen die worden verhandeld in tuincentra of aanverwante bedrijven."
€ 222.300,- respectievelijk € 7.000,-.
"(…)De totale inkoopwaarde voorraad bedraagt (€ 231.443 + 27.304 =) 258.747.-(...)"
"de winkel- en bedrijfsinventaris en automobiel volgens
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
grieven I en IIheeft de curator het volgende gesteld. Rabobank had een pandrecht gevestigd op voorraden, inventaris en debiteuren van Groenrijk. Voor zover het pandrecht was gevestigd op de inventaris was deze niet in vuistpand genomen en was er dus sprake van een bezitloos pandrecht. Door de verkoop van Groenrijk aan Aalsmeerse Bloemenshow van de inventaris, met instemming en medewerking van de bank, is het pandrecht komen te vervallen en is de opbrengst geheel ten goede gekomen aan Rabobank. Indien de aan Rabobank verpande inventaris niet in het zicht van het faillissement zou zijn verkocht aan Aalsmeerse Bloemenshow, maar in het faillissement van Groenrijk door Rabobank zouden zijn opgeëist en verkocht, zou de curator in staat zijn gesteld op grond van het bepaalde in artikel 57 lid 3 Fw bij de verdeling van de opbrengst de belangen te behartigen van de bevoorrechte schuldeisers, zoals in dit geval de belastingdienst, die in rang boven de pand- en hypotheekhouder en beperkt gerechtigden gaan.
grief IIIheeft de curator gesteld dat de schuldeisers zijn benadeeld, omdat er geen vergoeding voor de immateriële activa is voldaan.
grief IVheeft de curator het volgende aangevoerd. Aan Aalsmeerse Bloemenshow zijn door Groenrijk zaken geleverd waarop een eigendomsvoorbehoud rustte. Groenrijk en Aalsmeerse Bloemenshow hebben willens en wetens de verhaalsmogelijkheden van deze groep schuldeisers benadeeld, omdat deze eerst nadat het faillissement was uitgesproken een beroep hebben kunnen doen op hun eigendomsvoorbehoud, enkelen hebben dit gedaan maar toen waren de betreffende zaken al verdwenen.
voorradenen de
autozouden zijn benadeeld omdat deze niet voor een reële prijs zouden zijn verkocht, niet met voldoende kenbare grieven heeft gehandhaafd.
grieven I tot en met IVfalen.