Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Salland,
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1],
[geïntimeerde2],
[geïntimeerden] c.s.,
2.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
“Wij hebben vandaag het volgende voorstel gedaan. Wij verlangen van uw bankier (Rabo) dat zij de betalingen garanderen voor de geleverde brandstoffen van vandaag tot en met vrijdag getankt door HSL. Na uw overleg van vrijdag met uw bankier (…) hebben we contact over de toekomst en uw openstaande saldi. Zodra dit is bevestigd, stellen wij de tankpassen weer open”.
“Hierbij verklaart de ondergetekende ( [geïntimeerde1] ) dat hij zich persoonlijk garant stelt voor de betaling van de door Salland Olie te leveren brandstoffen aan HSL BV c.s. op 19 t/m 21 februari 2014”.
“Hierbij de bevestiging van ons akkoord voor onderstaande regeling met betrekking tot de levering van brandstof tot en met vrijdag. Zoals afgesproken cappen we vooralsnog op EUR 40 K”.
“Dank hiervoor graag morgen overleg hoe we verder gaan”.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.5. De beoordeling van de grieven en de vordering
grieven I tot en met IVkomt Salland op tegen het oordeel van de rechtbank dat [geïntimeerde1] niet onrechtmatig jegens Salland heeft gehandeld. De
grieven V tot en met VIIIzien op de borgstelling die door Salland aan haar vorderingen ten grondslag is gelegd.
Grieven IX en Xbouwen op de andere grieven voort. De grieven lenen zich aldus voor een geclusterde beoordeling. Met de grieven beoogt Salland – zoals zij in hoger beroep heeft gevorderd – vernietiging van het bestreden vonnis en alsnog toewijzing van haar vorderingen.
grieven I tot en met IVfalen.
V tot en met VIIIrichten zich op het oordeel van de rechtbank en de motivering daarvan dat van een ‘particuliere’ borgtocht in de zin van artikel 7:857 BW sprake is.
grief V en grief VI- waarin wordt betoogd dat de rechtbank de vordering van Salland strekkende tot een verklaring voor recht ten onrechte zou hebben opgevat als een verklaring voor recht dat een particuliere borgtocht is gegeven - op een onjuiste lezing van het vonnis.
grieven V tot en met VIIIkunnen daarom bij gebrek aan belang in het midden worden gelaten. De
grieven IX en Xmissen een zelfstandige grondslag en delen het lot van de overige grieven. De beoordeling daarvan voert het hof tot de slotsom dat het hoger beroep verworpen moet worden en dat het vonnis waarvan beroep moet worden bekrachtigd, voor zover nodig onder verbetering van de gronden. De vordering van Salland in hoger beroep strekkende tot terugbetaling van de door [geïntimeerde1] ontvangen proceskostenveroordeling in eerste aanleg zal worden afgewezen.