Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
afdeling civiel recht, handel
1.Het geding in eerste aanleg
25 augustus 2014, 19 december 2014, 29 mei 2015 en 28 augustus 2015 (hersteld bij vonnis van 27 november 2015) die de pachtkamer van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De beoordeling van het hoger beroep
“appellant heeft eerder, bij dagvaarding van 24 juni 2015 (…) hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 29 mei 2015 onder dagvaarding van geïntimeerde tegen de zitting van de pachtkamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, van 6 oktober 2015, maar appellant zal die dagvaarding niet aanbrengen. Appellant trekt de in die dagvaarding verwoorde oproeping tegen 6 oktober 2015 hierdoor in;”.
1 februari op het land moet staan. Gelet op de uitspraakdatum van dit arrest en de door [geïntimeerde] gevorderde termijn van ontruiming (vier weken) is [appellant] in staat het vanggewas te laten staan tot 1 februari, maar zal hij dienen af te zien van (het voorbereiden van) een nieuw zaaiseizoen. Bij deze stand van zaken is er geen aanleiding over de toelaatbaarheid van de eiswijziging van [appellant] bij memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep te oordelen.
5.De beslissing
€ 1.004,95 wegens buitengerechtelijke incassokosten;
25 september 2015 tot aan de dag van betaling;