ECLI:NL:HR:2010:BL2246
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep wegens niet tijdig ingeschreven exploot
In deze zaak hebben eisers, [Eiser 1] en [Eiser 2], beroep in cassatie ingesteld tegen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De Hoge Raad heeft op 26 februari 2010 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, die voortvloeide uit eerdere vonnissen en arresten van de voorzieningenrechter en het gerechtshof te 's-Gravenhage. De eisers hebben de Staat op 10 augustus 2009 in cassatie aangezegd, maar de zaak is op de zitting van 11 september 2009 niet ter rolle ingeschreven. Op 10 september 2009 hebben eisers een herstelexploot uitgebracht, maar dit exploot werd te laat ingeschreven. De Hoge Raad oordeelde dat het laatstgemelde exploot niet kan worden beschouwd als een herstelexploot, omdat het niet strekt tot herstel van gebreken in het eerste exploot. Hierdoor kon de Hoge Raad niet in het beroep van eisers worden ontvangen, aangezien het tijdig uitgebracht exploot niet was ingeschreven en het tweede exploot na het verstrijken van de cassatietermijn was uitgebracht. De Hoge Raad verklaarde eisers niet-ontvankelijk in hun cassatieberoep en veroordeelde hen in de kosten van het geding in cassatie.