ECLI:NL:GHARL:2017:10169
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenlease en de rol van de tussenpersoon in de aansprakelijkheid van Dexia Nederland B.V.
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over een vordering van Dexia Nederland B.V. tegen een geïntimeerde. Dexia had in eerste aanleg een verklaring voor recht gevorderd dat zij aan de geïntimeerde niets meer verschuldigd was met betrekking tot een effectenleaseovereenkomst. De kantonrechter had deze vordering afgewezen, wat Dexia in hoger beroep aanvecht. Het hof overweegt dat Dexia belang heeft bij haar vordering en dat er geen sprake is van misbruik van bevoegdheid. Het hof stelt vast dat de geïntimeerde mogelijk nog vorderingen heeft op Dexia, met name in verband met de advisering door een tussenpersoon, buitengerechtelijke kosten, onjuiste afrekenkoersen en de boete bij tussentijdse beëindiging van de overeenkomst. Het hof concludeert dat de vordering van Dexia tot verklaring voor recht niet kan worden toegewezen, omdat de geïntimeerde nog steeds aanspraken kan maken op deze punten. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt Dexia in de kosten van het hoger beroep.