Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Acision Nederland B.V.,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
“As discussed yesterday, I look forward to correction in the “Beëindigingsovereenkomst” document regarding the title andalsoin the HR database. Acison has always appreciated exemplary work on my side and I would like to ensure I leave with same feeling for Acision. Also I do not want my future life compromised outside of Acision, for example having to start at lower levels. I trust this can be completed today to take the process forward.”
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
€ 149.860,- bruto, vermeerderd met 50% boete, rente en kosten. In reconventie heeft Acision jegens [appellant] aanspraak gemaakt op een bedrag van € 9.075,-, te vermeerderen met rente en kosten, wegens schending door [appellant] van zijn geheimhoudingsbeding door het op 2 juni 2013 versturen van een e-mail aan 58 werknemers met een cc aan zes leidinggevenden van Acision, waarin hij volgens Acision vertrouwelijke informatie openbaar heeft gemaakt.
e-mail wordt niet begrepen onder het geheimhoudingsbeding in de arbeidsovereenkomst nu dat beding niet anders kan worden begrepen dan een beding om bedrijfsgevoelige informatie die de positie van Acision zouden kunnen schaden, niet naar buiten te brengen. Daarvan is geen sprake. Acision wordt veroordeeld in de proceskosten.
“We discussed salary raise, career growth and target, you shall investigate how this can be addressed. You have committed to resolve it satisfactorily by end of August, with retrospective effect (1st July). (…)”. Hieruit blijkt slechts dat de geadresseerde [B] zal onderzoeken hoe het een en ander zou kunnen worden geregeld, maar daaruit blijkt niet dát het al geregeld en dus afgesproken was. Het hof stelt voorts vast dat sprake is van een eenzijdig bericht van [appellant] aan [B], maar heeft geen correspondentie van de laatste aangetroffen waarin hij bevestigt dat sprake was van enige afspraak. Diens kennelijke reply op de voornoemde e-mail, daterend van 4 juli 2008 om 9:42 uur luidt slechts:
“Thats fine - have a good lunch and a safe flight.”
23 mei 2014, waarbij [B] schrijft: “Comments in line”. Sub 2 heeft [appellant] in zijn
e-mail gesteld, kort samengevat, dat voor hem een nieuw salaris overeengekomen was in de range van Account Director in Nederland en heeft daaraan als “note” toegevoegd dat de enige andere Account Director in Nederland ongeveer 50% meer salaris ontving en in Frankrijk en de UK nog hoger. Daaronder is vermeld: “Comments from [voornaam B]” (het hof begrijpt: [B]): “true”. Of dit laatste terugslaat op de stelling van [appellant] dat een verhoogd salaris is overeengekomen kan daar niet zonder meer uit worden afgeleid, maar zo dat het geval zou zijn, geeft dit geen enkel inzicht in de feiten en omstandigheden waaronder deze gestelde afspraak zou zijn gemaakt. Voor zover het commentaar “true” zou terugslaan op de eerdergenoemde “note” heeft dit geen betekenis voor de vraag of overeenstemming is bereikt tussen [appellant] en Acision over verhoging van het salaris van de eerstgenoemde. Het hof constateert voorts dat [appellant] sub 3 heeft gesteld, opnieuw zakelijk samengevat, dat als follow-up een vergadering (“meeting”) heeft plaatsgevonden met “HR UK (Nicky)” in januari 2009 en dat [B] bij die gelegenheid aan haar verteld had dat, zo begrijpt het hof, de verhoging van het salaris was aanvaard. Het hof stelt vast dat [B] hierop reageert met: “true for the meeting”, hetgeen niet anders kan worden begrepen dan dat wordt bevestigd de omstandigheid dat een vergadering heeft plaatsgevonden maar daaruit kan, zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet worden afgeleid dat [B] bij die gelegenheid verklaard heeft zoals hiervoor weergegeven. Daarbij komt dat, wederom zonder toelichting die ontbreekt, niet kan worden aanvaard dat “HR UK”, kennelijk een Engelse afdeling personeelszaken, in staat was de Nederlandse vennootschap te binden.
verwachtdat zijn basissalaris zal worden verhoogd van € 4.440,- tot
€ 6.950,-, omdat dit basissalaris overeenkomt met zijn ervaring, expertise en niveau van bijdrage. Noch in de reply e-mail van [B] van dezelfde datum, waarin slechts wordt gezegd: “Lets talk thursday”, noch in de latere e-mails van 4 juli 2008 komen deze bedragen terug. Ook hieruit kan niet het bereiken van overeenstemming omtrent de hoogte van het salaris worden afgeleid.
“Werknemer vervult de functie van Account Manager voor 40 uur per week. De volgende gegevens met betrekking tot werknemer zijn van belang: (…) Bruto maandsalaris: € 4.410,00 (…)”Hieruit blijkt dat zowel de functie als het genoemde maandsalaris uitgangspunt zijn van de tussen partijen gemaakte afspraken. Ook voor [appellant] moet dit duidelijk zijn geweest. De enkele omstandigheid dat dit vermeld is in de considerans en niet in het vervolg van de overeenkomst maakt dit oordeel niet anders. Het hof overweegt daarbij, zoals bij gelegenheid van de pleidooien door partijen is bevestigd, dat de beëindigingsvergoeding is berekend op basis van voornoemd salaris.
“I, [appellant], signed this agreement based on the assumption that my job title will be changed to Account Director in accordance with email correspondanc regarding career band going on with my management since 2008/2009 and also with management from 2010 (…)”. Bij gelegenheid van de pleidooien heeft [A], de HR-director van Acision, verklaard dat [appellant] het voorbehoud geschreven heeft in haar aanwezigheid en dat zij geen contact heeft gehad met de juridisch adviseur van [appellant]. Acision heeft aangevoerd dat [appellant] bij die gelegenheid alleen heeft gezegd dat hij wijziging van zijn titel van “Account Manager” naar “Account Director” wilde omdat hij niet op een lager niveau ergens anders wilde beginnen, maar dat door hem niet ter sprake is gebracht dat hij meende nog aanspraak te kunnen maken op een hoger salaris. Nu ook de toevoeging van [appellant] zelf geen enkel voorbehoud met betrekking tot de hoogte van het salaris bevat - [appellant] heeft erkend dat het voorbehoud ongelukkig is geformuleerd - heeft [appellant] niet mogen verwachten en heeft Acision niet moeten begrijpen, waarbij het hof tevens verwijst naar hetgeen hierna onder 4.27 zal worden overwogen, dat verhoging van het salaris van [appellant] nog aan de orde was, althans kon komen. Dit zeker nu een eventuele verhoging van het salaris zou hebben kunnen dan wel mogelijk dienen te leiden tot een hogere beëindigingsvergoeding, hetgeen tussen partijen evenmin aan de orde is geweest en in zoverre onverenigbaar is met het karakter van een vaststellingsovereenkomst als de onderhavige.
“Alle informatie die u tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst verkrijgt omtrent CMG(hof: de rechtsvoorganger van Acision)
, is strikt vertrouwelijk en u dient zowel tijdens als na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, ter zake absolute geheimhouding te bewaren, behoudens voor zover dit tijdens de duur van deze arbeidsovereenkomst niet mogelijk is in verband met de uitoefening van uw functie, uiteraard met inachtneming van de geheimhoudingsplicht ten aanzien van cliënten.”
behoudens voor zover dit tijdens de duur van deze arbeidsovereenkomst niet mogelijk is in verband met de uitoefening van uw functie”zich als uitzondering concreet richt op het functioneren van de werknemer in diens dagelijks werk, maar daaruit kan niet zonder toelichting, die ontbreekt, worden afgeleid dat het beding daarmee ziet op een “absolute geheimhouding” zoals Acision heeft gesteld. Dat, zoals Acision verder heeft aangevoerd, in het geheimhoudingsbeding bewust geen onderscheid is gemaakt tussen het delen van vertrouwelijke informatie met externen en internen, kan niet uit de tekst van de bepaling dan wel uit de context van de arbeidsovereenkomst worden afgeleid. Niet gebleken is dat deze gestelde bedoelingen ook kenbaar zijn gemaakt aan de werknemers en in het bijzonder aan [appellant], zodat niet kan worden aanvaard dat hij de bepaling ook als zodanig heeft moeten begrijpen. Het komt immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
5.Slotsom
€ 7.896,-(3 punten x tarief V ad € 2.632,- per punt)