Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[geïntimeerde sub 2],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een geschil tussen een appellant en twee geïntimeerden over de gevolgen van een schending van de mededelingsplicht door een tussenpersoon bij het afsluiten van een opstalverzekering. De appellant, die in 2005 een boerderij heeft gekocht, verwijt de tussenpersoon dat deze onjuiste informatie heeft verstrekt aan de verzekeraar, wat heeft geleid tot een afwijzing van de schadevergoeding na een brand in 2010. Het hof heeft de feiten vastgesteld op basis van eerdere vonnissen van de rechtbank Gelderland en heeft de procedure in hoger beroep besproken, waarbij de appellant zijn grieven uiteenzette. Het hof oordeelt dat de tussenpersoon tekort is geschoten in de zorgplicht, maar dat dit niet heeft geleid tot schade voor de appellant, omdat de verzekeraar ook zonder deze tekortkomingen dekking had kunnen weigeren op basis van de aanwezigheid van een hennepkwekerij in de woning. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en wijst de kosten van het hoger beroep toe aan de appellant.