Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst/Centrale administratie(hierna: de Inspecteur)
[Z](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
[00-YY-YY] (hierna: de auto) in de periode 19 november 2011 tot en met 7 mei 2012 opgenomen geweest in de bedrijfsvoorraad van belanghebbendes onderneming.
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
(HR 16 december 2011, nr. 11/00937, ECLI:NL:HR:2011:BU8262, rechtsoverweging 3.5.2). Het hogerberoepschrift van de Inspecteur is op de tweede werkdag na het einde van de hogerberoepstermijn ontvangen, weliswaar door de Rechtbank, maar gelet op het bepaalde in artikel 6:15, lid 3, van de Awb – waarin kort gezegd is geregeld dat het tijdstip van indiening bij het onbevoegde orgaan bepalend is – vormt zulks geen beletsel, te meer nu de Inspecteur zijn hogerberoepschrift aan het juiste adres van het Hof heeft geadresseerd. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat het tegendeel niet is komen vast te staan, moet worden aangenomen dat het hogerberoepschrift tijdig ter post is bezorgd door de Inspecteur. Mitsdien is het hoger beroep tijdig ingesteld.