In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 mei 2014, betreft het de verdeling van de huwelijksgemeenschap tussen een vrouw en een man na hun echtscheiding. Het huwelijk, dat in 1976 werd gesloten, werd ontbonden in 2011. De vrouw had in hoger beroep verzocht om de beslissing van de rechtbank te vernietigen, die de beleggingsrekening bij Alex aan de man had toegedeeld met de verplichting om een bedrag van € 67.511,- aan de vrouw te betalen. De vrouw vroeg het hof om de beleggingsrekening opnieuw aan de man toe te delen, maar met een hogere uitbetaling van € 105.798,- aan haar. De man daarentegen verzocht om de beleggingsrekening geheel aan hem toe te delen en om rekening en verantwoording af te leggen over het gezamenlijke inkomen en vermogen gedurende het huwelijk.
Het hof heeft de procedure in eerste aanleg besproken en verwees naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Midden-Nederland. De mondelinge behandeling vond plaats op 3 april 2014, waarbij beide partijen in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Het hof heeft vastgesteld dat de man letselschade heeft geleden door een ongeval in 1996 of 1997, waarvoor hij een schadevergoeding heeft ontvangen. De vraag was of de ontvangen letselschade-uitkering aan de man verknocht was en of deze nog te identificeren was op de beleggingsrekening.
Het hof oordeelde dat de beleggingsrekening bij Alex niet meer als verknocht kon worden beschouwd, omdat de ontvangen gelden niet meer te identificeren waren. De vrouw had bezwaar gemaakt tegen het verzoek van de man om rekening en verantwoording af te leggen, maar het hof wees dit verzoek af. Uiteindelijk besliste het hof dat de beleggingsrekening aan de man werd toegedeeld, maar met de verplichting om € 105.798,- aan de vrouw uit te keren. De beschikking van de rechtbank werd vernietigd en het incidenteel hoger beroep van de man werd afgewezen.